Beestenboel, Dirk van Ginkel in de Leeuwarder Courant over de expositie van Afra Eisma
Het Fries Museum toont nieuw werk van Afra Eisma onder de titel “Your silence will not protect you”. Het is een uitbundige multimediale tentoonstelling. In een heel eigen beeldtaal en met een boodschap.
Een vreemd onderaards gerommel klinkt door de kabinetten die het Fries Museum heeft ingeruimd voor de expositie van kunstenaar Afra Eisma (1993). Op zoek naar de bron van dat geluid beland je in een donker zaaltje waarin een grote, fraai uitgelichte installatie staat. Het is een komvormig object van enkele vierkante meters groot, dat sterk doet denken aan een inwendig orgaan. Een losgesneden hart misschien, met de slagaderlijke restanten er nog aan? Het geheel wordt gedragen door een zevental felgekleurde armen die gemaakt zijn van verschillende stoffen: wol, katoen, fluweel en zijde. Of die armen met hun langvingerige handen het orgaan belagen of juist koesteren, is nog niet goed te bepalen. Een klein luidsprekerboxje in de hoek van de ruimte, geschilderd in de kleur van de donkere wanden, brengt het donkere geluid voort.
Het object blijkt een maag te verbeelden, het gebrom staat voor het knorren ervan. Een geluid dat mensen nogal eens in verlegenheid brengt. Aan deze op zich onschuldige blijk van innerlijk leven geeft Eisma een bredere betekenis. Via de maag doen oergevoelens van zich spreken: verliefdheid, spanning, angst, honger. Niks om je voor te schamen. Sterker nog: je moet die emoties juist omarmen. De wandtekst meldt: ‘Volgens Eisma is het tijd om onze gevoelens juist wél te laten horen en ze te gebruiken om de wereld te verbeteren, want: “Your silence will not protect you”.’
Deze uitspraak heeft Eisma ontleend aan het werk van de Caraïbisch-Amerikaanse auteur Audre Lorde, die vaak sprak over feminisme, racisme en seksisme. Een van haar speeches droeg de titel: ‘The Transformation of Silence into Language and Action’. Eisma geeft stem aan haar stilte via kunst in de vorm van kleurige installaties, wandtapijten en keramiek.
Emoties vormen het uitgangspunt van de expositie. De eerste ruimte is gewijd aan woede. Op een ovalen tapijt waarin veel rood is verwerkt, zijn ‘kwaadgemutste’ figuren druk in de weer om andere het leven zuur te maken. Maar Eisma maakt duidelijk dat het beter is met elkaar te praten dan elkaar achterna te zitten. Tenminste, dat is de boodschap van de vele keramieken zonnebloemen met hun open monden die boven het grote ‘woedetapijt’ aan de omringende muren bevestigd zijn.
Maar praten heeft alleen maar zin als er naar je geluisterd wordt. Om dat te benadrukken, heeft de kunstenaar In het volgende kabinet een groot aantal keramieken oren aan de wanden bevestigd in combinatie met verstilde keramieken gezichten. Alleen via praten en luisteren kom je verder met elkaar, wil Eisma zeggen.
Een leuk detail is dat Eisma haar sprekende zonnebloemen, luisterende oren en verstilde gezichten aan de wanden heeft bevestigd met duidelijk zichtbare schroefhaken. Alsof ze wil benadrukken dat haar boodschap gaat over heel elementaire zaken. De verbeelding ervan is echter buitengewoon vindingrijk, verrassend en kleurrijk.
In het universum van Eisma is volop ruimte voor uiteenlopende figuren. Groot en klein, effen of juist bont, gemaakt van wol of van klei, sommige hebben één hoofd, andere twee, ze zijn menselijk of dierlijk… Het is alles van een carnavaleske veelzijdigheid en uitbundigheid.
Op de lange scheidingswand tussen de eerste twee kabinetten hangt een vele meters lang tapijtwerk: een boot waarop alle figuren uit de expositie hun plek gevonden lijken te hebben. Het ziet er heel harmonieus uit. Hoe raar een figuurtje er ook uitziet, het mag er zijn, het wordt door de andere geaccepteerd.
De wezentjes keren op verschillende plekken in de tentoonstelling terug. Zo is er een vriendelijk ogend hondachtig figuurtje met vijf poten dat Knoopje heet. Die hangt groot en geïsoleerd op een eigen muur maar komt ook voor in een aantal andere taferelen. Als je daar oog voor krijgt, doe je leuke ontdekkingen. Zo blijkt Knoopje zich bijvoorbeeld te ontpoppen als de noeste beschermer van een gezinnetje dat vlucht voor een boosaardig wezen.
Er zijn ook terugkerende motieven, met als belangrijkste de maag. In het lichaam van veel figuren heeft Eisma expliciet een maag verwerkt: een ovaal vlak waarin zich van alles kan afspelen. Zo zie je in de maag van een van de figuren twee wezentjes rond een kampvuurtje zitten. Een vuurtje dat vast en zeker de liefde verbeeldt.
Afra Eisma studeerde aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag in de tijd dat Hanne Hagenaars daar werkte. Hagenaars, die onlangs afscheid nam als conservator van het Fries Museum, was zo gecharmeerd van het werk van Eisma dat ze vond dat de kunstenaar een museumpresentatie verdiende. ‘Haar werk straalt van optimisme en levenslust. Het gaat over liefde, vriendschap, de zin van het leven en de dilemma’s die daar bij horen. En ze weet dat altijd te vertalen op een manier waarin iedereen zich kan herkennen.’