Christiaans Bastiaans in Club Solo, Breda
In de trein lees ik de krant. ‘Mijn geboortestad is de hel op aarde’, schrijft Journalist Enaam Alnour over Darfur waarde oorlog opnieuw is uitgebroken. Dan loop ik de expositie van Christiaan Bastiaans binnen in Club Solo in Breda. In de eerste zaal hangen sculpturen als kledingstukken vrij in de ruimte: de Hurt Models. Capsid Agent heeft een bovenlijf dat is bedrukt met krantenknipsels over de oorlog In Sierra Leone uit 1998. Een middeleeuwse figuur heeft een gezicht bedekt met kralen, als een huidziekte, en staart lam geslagen voor zich uit. Om zijn nek een gebreid boordje in de kleur van bloedkoraal. De Hurt Models zijn de mensen die een oorlog moeten doorstaan, gedwongen op de vlucht zijn, hun organen verkopen om te kunnen overleven, kindsoldaten. Ondertussen klinkt de gebroken stem van Jeannne Moreau door de ruimte, zij speelt in Club Mama Gemutlich de vrouw in een glanzend witte jurk die troost komt brengen in een hospitaal-achtige omgeving vol pijn en vervreemding.
Bastiaanse reisde naar conflictgebieden en vluchtelingenkampen om naar de verhalen van deze mensen te luisteren en om te zetten in werken. Zijn meest recente film verhaalt over een leprozenkolonie in japan. Het lukt het steeds opnieuw om de mens uit te beelden in al zijn hopeloosheid en door de schoonheid van de werken toch ook weer hoop te geven en de kracht van mensen om toch door te gaan.
De geesten van de doden verschijnen hand in hand met de overlevenden.
De tentoonstelling laat een overtuigende selectie van werken zien waardoor het messcherp in de wereld snijdt , en ontroert. Het maakt je deemoedig. Het lichaam, de botten, aantastingen, genezing of vernietiging: de mens.