De kleding van mijn moeder
Missen als een ronde vorm, een boek dat gaat over verder leven na het verlies van een dierbare, een boek dat beeldende kunst verstrengelt met levensvragen.
Rituelen.
Mijn moeder stierf toen ik 18 jaar oud was, en er werd daarna weinig meer over haar gesproken, alsof ze niet alleen dood was gegaan maar ook helemaal uit ons leven was verdwenen. Wat onmogelijk is.
Ik wilde het gemis goed maken. Wat kon ik doen?
Er kwamen herinneringen naar boven, hoe ik met haar mee ging met haar om nieuwe kleding te kopen: een maisgele jurk, een groene feestjurk met col, haar broekpak dat relaxt en elegant tegelijk was.
En ik besloot om de kleding, zoals ik me die herinnerde na te maken. Als een hommage, als een dank je, voor mijn moeder.
Aida, mijn naai-juf, hielp met patronen tekenen. Ze vertelde me later dat ze een hard hoofd had in mijn plan, te moeilijk, maar ze reageerde vol optimisme: ’dat gaan we doen’.
Soms begon ik wel 5 keer opnieuw aan een kledingstuk.
Dat is een belangrijk onderdeel van een ritueel: het kost moeite. Net als bij een cadeau, iets weggeven moet een beetje pijn doen.
Wat het me bracht?
Die kleding was mijn band met haar en het past bij haar. Veel van wat ze deed was eigenlijk de hobby van mijn vader: bridgen, zeilen, …
Zij kon ook goed kleding maken, maar wij als kinderen, wilden alleen kleding uit de winkel, van C en A. Zo ondankbaar.
Stof zoeken, patronen tekenen, naaien, opnieuw beginnen. Tijd die ik op deze manier doorbracht met mijn moeder, niet zozeer meditatief, vaak luisterde ik een podcast. Toch verbond het ons.