Keetje Mans, Wild with Delight, Tinimini Room in Dordrecht
Vandaag is 4 mei, dodenherdenking.
Gisteren keek ik naar de schilderijen van Keetje Mans in Tinimini Room in Dordrecht. Het bracht me rust en verrukking. Wild with Delight is de titel dan ook.
Grote kandelaars, of in dit geval kandelabers met vele armen vol vette ronde krullen die af en toe eindigen in een houder waarin een kaars brandt. Uitbundig en ingetogen.
In de kaarsendragers die op de grond staan zijn vrouwelijke figuren te ontdekken, mediterend of soms uitgesproken sensueel.
De vrouwen vallen samen met de houders en samen zorgen ze er voor dat de kaars kan branden. Alsof mens en ding in elkaar opkunnen gaan, één worden. In een kleiner werk staat een gesluierde vorm als een oranje madonna in centraal in het midden voor een donkere kast. Elders valt een tafel samen met de vloer, weer een eenwording, maar logisch want ze zijn uit hetzelfde materiaal gemaakt.
The shed, een bruin afgesloten schuurtje dat verborgen ligt achter zwevende bloemen en kaarsen. De meeste stengels zijn niet echt geworteld in de grond, ze zweven, hun bloemenharten reiken omhoog, boven hun blaadjes uit. Een kaars heeft soms een schaduw, soms ook niet, en zo onttrekt het werk zich aan de werkelijkheid. Het kent een eigen wereld.
Misschien is de schuur de plek waar de kunstenaar zich terugtrekt. Een zwart figuurtje, een wachter, een spookje staat voor de gesloten deur. Hij lijkt al mediterend te grijnzen. Een kaars op de voorgrond laat een vette rookpluim naar rechtswaaien. Deze kaars brandt niet meer.
Kaarslicht verbindt hemel en aarde en een kaarsje aansteken komt in alle culturen voor. Een kaars laten branden is een concrete handeling om contact te maken te doen met iets wat zo onzeker, vaag en ongrijpbaar is als de dood. Een flakkerende vlam is een metafoor voor de ziel. Keetje Mans spreekt over de andere wereld, over jezelf verhouden tot iets hogers. ‘Ik wil dat het werk op een dun lijntje loopt, dat zowel goed en slecht is, het is een beetje een grijs gebied, zoals een mens misschien is.’
Misschien zijn dit mooie gedachten voor een dag als vandaag. Ik ga een kaarsje aansteken, voor de doden, alle doden.