Nargesdenhaag

I make works that embody long lost mem­o­ries’, zegt Narges Moham­ma­di. Lang ver­loren herin­ner­in­gen, waar hebben ze onder­dak gevon­den? Alles wat we meemak­en dra­gen we in ons mee, ze lat­en een afdruk achter ergens in ons lichaam, miss­chien in ons hart of de ervarin­gen ver­ber­gen zich in de nieren of lever (we wor­den er dorstig van). De herin­ner­in­gen hebben we onder­weg ver­loren, zo lijkt het, maar toch kleven ze nog aan of in ons. Herin­neren is soms het wan­hopig vast­pakken van een golf die zich als­maar terugtrekt. Moham­ma­di maakt kunst­werken om te ont­dekken waar de rode knop zit die iets van de ver­loren herin­ner­in­gen weer terug kan bren­gen, een spel met geur, tast, kleur, ingebed in een cul­tureel veld.

Narges Moham­ma­di won de Young Blood Award voor het beste werk van de ten­toon­stelling The Best of Grad­u­ates bij galerie Ron Man­dos. Eerder zag ik haar ein­dex­a­m­en­werk Pass­ing Traces op de KABK in Den Haag: daar maak­te ze een smalle gang door twee wan­den in de ruimte te plaat­sen die ze ver­vol­gens vol­plak­te met hal­va, de handaf­drukken nog zicht­baar en de geur zoetig. Hal­va brengt bij iedereen afkom­stig uit Iran of Afghanistan herin­ner­in­gen naar boven: het is de smaak van ver­lies, van afscheid nemen. Na het over­li­j­den van een fam­i­lielid, een vriend of een geliefde wordt er bloem gekocht, bot­er, suik­er en karde­mon en dat wordt ein­de­loos door elka­ar geroerd tot een ronde smeuïge taart, die in part­jes wordt gesne­den en op de begrafe­nis geserveerd aan alle gas­ten. De gang, die daar plot­sel­ing in de ruimte stond, en van niets naar ner­gens lei­d­de maar waar je toch door moest, die gang bracht bij mij een explosie aan herin­ner­in­gen, gedacht­en, over­weg­in­gen teweeg.

Foto: Io Sivertsen

In de bek­lede gang waren uitsparin­gen zicht­baar, de negatieve vorm van een lamp, een tafel, een bed, een kussen, een echo van een kamer, een kamer waarin een hoofd op het kussen werd gelegd, het licht uit­geknipt om te gaan slapen. Tot dat het licht is uitgebleven.Die kamer is nog steeds aan­wezig, in een afwezigheid, dat wel, als onderdeel van de gang van hal­va, de gang als een tun­nel die lev­en en ster­ven bij elka­ar brengt. Maar hoe de dood en het lev­en met elka­ar te rij­men zijn, is voor mij nog steeds een groot raad­sel. Hoe zeer veel stiller dood dan slapen is’, valt al meer dan twintig jaar op de graf­s­teen van mijn zus te lezen. Miss­chien is het lev­en wel de hobbel in een verder ein­de­loos uit­gestrekt uni­ver­sum. Hier in Ned­er­land heeft het meren­deel van de mensen het geloof in God ver­loren en dan wacht na de dood het grote niets; beangsti­gend, zek­er. Ik kan niet zo goed geloven in dit niets. Voor gelovi­gen is de dood geen eind­punt maar meer een tussen­sta­di­um, een tussen­leven, dan is er ook sprake van een zie­len­leven, een voortbestaan of wederop­stand­ing. De grens tussen lev­en en niet meer lev­en is der­halve klein, het lev­en als een lint dat zich uitrolt, het slingert na de dood gewoon verder.

Foto: Io Sivertsen

Mis­sen voelt als een uitholling, een absen­tie, een negatieve ruimte die achterbli­jft. En ook al kun je niet anders dan de dood accepteren, want het is een een­heid met het lev­en, het mis­sen bli­jft. Maar de zoete gang van hal­va reiken me ook andere gedacht­en. Hal­va is ingebed in een cul­tu­ur van rit­ue­len die het geza­men­lijk afscheid nemen ver­war­men. Zelfs de taal heeft het rit­ueel ingeli­jfd in gezeg­den als ik heb mijn hal­va al uitgedeeld’, wat zoi­ets betekent als ik ben klaar voor de vol­gende fase’.De ingrediën­ten van hal­va zijn sim­pel, maar het mak­en komt pre­cies en dat is flink aan­pakken. De bloem wordt even aange­bakken in een pan maar mag niet vastkoeken aan de bodem en op het juiste moment komt de bot­er en suik­er erbij. De mas­sa wordt stug­ger en het roeren zwaarder. Die geza­men­lijke inspan­ning is troost­rijk, het is gewoon­weg fijn om op zo’n moment iets te doen te hebben dat ook nog zin­vol is. De indi­vidu­ele pijn van het ver­lies wordt ingebed in een delen, een geza­men­lijk optillen van het ver­lies. Samen roeren in een bak met deeg brengt het gesprek op gang, een moment om herin­ner­in­gen uit te wis­se­len, om deze mens in woor­den verder te lat­en lev­en. Rit­ue­len zijn troost­rijk als poëzie. Like poet­ry, the expe­ri­ence of grief is uni­ver­sal; it cross­es eras and cul­tures. Like poems, the expe­ri­ence of grief is unique in every form it takes.’


De rit­ue­len die het afscheid omgeven, dat is wat wij, het meren­deel der Ned­er­lan­ders, van andere cul­turen kun­nen leren, want we hebben meer ver­loren dan alleen onze gelief­den. We hebben alle rit­ue­len uit han­den gegeven, aan een begrafenison­derne­mer, een uit­vaart­cen­trum, aan opbaarkamers. Op de begrafe­nis van mijn vad­er wer­den er, hoe Hol­lands, goed­kope plakken cake geserveerd, recht­streeks uit hun plas­tic ver­pakking, zon­der geur, zon­der struc­tu­ur, zon­der smaak. De herin­ner­ing aan die cake roept bij mij enkel schaamte op, een ziel­loze plak geel spul met een rand­je bru­in. Ik had er niets over te zeggen. De gang van hal­va is een mon­u­ment dat herin­ner­in­gen oproept en samen­bindt en dat de waarde­volle rit­ue­len van een gemeen­schap her­bergt. Een mon­u­ment waar ver­lies zijn adem zacht doorheen blaast en waar de geza­men­lijkheid zicht­baar wordt.

Maar meer nog dan deze essen­tiële vra­gen over dood en lev­en, waar ieder mens en ieder geloof zijn eigen weg te gaan heeft, speelt hier de wens om de herin­ner­in­gen terug te roepen, om toen en nu te verbinden, om lev­en en dood aan elka­ar te rij­men. Liefde voor een per­soon, een land, een koes­ter­ing.

Do not ques­tion love as it is the inspi­ra­tion of your pen­My lov­ing words had in mind death. — Nadia Anju­man, Strands of Steel”

Om haar ein­dex­a­m­en­werk in de galerie Ron Man­dos te kun­nen tonen maak­te Moham­ma­di (in samen­werk­ing met Julia Sterre Schmitz) een ver­taal­slag, een nieuw werk: een ontroerende film brengt niet alleen het pro­ces van het mak­en in beeld maar vooral ook de cul­tu­ur waarin het werk geworteld is. Ron­dom het scherm is de hal­va tegen de muur gepleis­terd.

Tij­dens het gespet­ter van de olie in de video klinkt de ring­tone van een tele­foon. Haar groot­vad­er is aan de lijn. Ver­rukke­lijke beleefd­he­den wor­den uit­gewis­seld en Moham­ma­di probeert wel vijf keer opnieuw door zijn lieve woor­den heen te breken om te vertellen dat ze 700 kilo hal­va aan het mak­en is. God bless you’, zegt groot­vad­er dan, deel je aal­moezen uit?’ Ze nemen afscheid: I wish you all the best for in this life, and in the after­life.’

We zien hoe Moham­ma­di samen met vrien­den met volle inzet men­gen en roeren en onder­tussen rak­en ze aan de praat. Een van haar vrien­den herin­nert zich de laat­ste keer dat ze hal­va proefde, bij het afscheid van een oom. Hoe is het voor haar om nu de hal­va te mak­en? Ja, het is moeil­ijk als iemand is overleden’ zegt ze, maar ze herin­nert zich ook de warmte, de saamhorigheid: There is also this nur­tur­ing, car­ing and feel­ing of being home. So for me it is not hard to see but it makes me emo­tion­al to see it, also good emo­tions of being at home, close to home.’ In the same way it rep­re­sents life, it is part of a process, in every cul­ture.’ antwo­ordt Mohammadi.

Haar moed­er belt en Moham­ma­di legt voorzichtig uit dat ze de hal­va net iets anders maakt, namelijk met gewone bloem in plaats van rijste­bloem. Geen punt natu­urlijk, maar de woor­den zijn met zo veel liefde omgeven dat ik even extra met mijn ogen knip­per. De afwis­sel­ing in de taal, Ned­er­lands en Far­si (Dari) en lat­er het zoeken naar het woord voor kussen’ in Far­si (balesjt), en lamp (cherogh)? onthult iets van de posi­tie van fam­i­lies die noodged­won­gen naar een ander land ver­huizen, die tussen­posi­tie die aan alle kan­ten iets doet afbrokke­len. Maar ook dan gloeit de warmte door de woor­den heen.

Dan komen haar moed­er en groot­vad­er langs om het kunst­werk te bek­ijken op de acad­e­mie en Moham­ma­di is nerveus, zo bekent ze, voor haar is hun mening van groot belang. Ja, bij een per­soon­lijk werkt telt de reac­tie van betrokke­nen meer dan van welke recensent dan ook: een diep gevoeld werk maak je niet voor de kunst­wereld maar voor jezelf of voor die ander, of om een verbin­te­nis te leggen tussen toen en nu voor het ver­brokkelt en er een onover­brug­bare afs­tand is gekomen.

De groot­vad­er vertelt over een begrafe­nis in Afghanistan, bijvoor­beeld dat de geest van de overledene in dagen na de begrafe­nis terug­keert naar het huis, tot het moment dat de zon onder­gaat op de derde dag. Over het belang van (aal­moezen) geven, maar uitein­delijk zegt hij dat het er om gaat gelukkig te zijn in deze wereld, om de mensen om je heen gelukkig te mak­en, en om geld te geven, zoveel als je kunt en om dat vol respect voor die ander in zijn hand te stop­pen. Mooie lessen voor ons alle­maal. Wat een lieve wijze groot­vad­er. Je maakt een inter­es­sant werk’, zegt hij. You left a foot­print.’

Art for me is a means — for con­nec­tion and shar­ing long lost mem­o­ries. I see it as a tool enabling emo­tion­al under­stand­ing, a tool that doesn’t require you to speak but kind­ly asks you to feel. Asks to allow your­self to be immersed in an expe­ri­ence, to get lost in mem­o­ries’, schri­jft Moham­ma­di

Do not ask of my blooms great looks

On hands, feet, and tongue strands of steel

on the tablet of time, this will be my mark.

—Nadia Anju­man, Strands of Steel’

Narges Moham­ma­di maak­te de film in samen­werk­ing met Julia Sterre Schmitz.