Visioenen van vrouwen zijn emotioneler, die van mannen meer van apocalyptische aard: Joke de Wolf in Trouw
Visioenen zijn lastig in woorden of beelden te vatten, toch laten kunstenaars zich er van oudsher door inspireren. In Uden is van het werk van vrouwelijke kunstenaars en vrouwelijke visionairs een tentoonstelling gemaakt.
‘Hoe durven jullie!’ verweet Greta Thunberg de wereldleiders in 2019 op de klimaattop. Hoe durfden ze zich te verschuilen achter praatjes en excuses. Thunberg sprak niet voor zichzelf, ze voelde zich geroepen om namens alle kinderen te praten, en namens de wetenschap.
Een beetje zoals de heilige Birgitta van Zweden 650 jaar eerder had gedaan. Zij sprak de paus en zijn kardinalen die zich hadden terugtrokken in Avignon aan op hun verantwoordelijkheden, en maande ze terug te keren naar Rome. Uiteindelijk was het een andere vrouwelijke heilige, Catharina van Siena, die de geestelijken wist te overtuigen te vertrekken.
Birgitta had als kind al visioenen gehad, na een pelgrimage naar Santiago de Compostella en de dood van haar echtgenoot voelde ze zich geroepen om als ‘bruid en spreekbuis van Christus’ een eigen orde te stichten waar vrouwen en mannen waren ondergebracht in één kloostercomplex, in twee afzonderlijke delen, onder leiding van een abdis – een vrouw dus. In haar Openbaringen liet ze meer dan zevenhonderd visioenen optekenen waarin Jezus en Maria haar meenamen in het geheim van hun leven, geluk en lijden.
Groots uitgepakt
Over de verbeelding van de visioenen van vrouwen vanaf de middeleeuwen tot nu gaat de tentoonstelling Aan de rand van de Hemel, in museum Krona in Uden. Het museum huist sinds 1973 in het nu leegstaande deel van de abdij van de zusters Birgittinessen, de orde van Birgitta, die daar al sinds 1713 leven.
Vanwege het vijftigjarige jubileum van het museum is groots uitgepakt: werk van zesentwintig hedendaagse vrouwelijke kunstenaars is te zien naast verbeeldingen van zeven middeleeuwse vrouwelijke visionairs, waaronder uiteraard Birgitta. Ook het boek van Thunberg ligt er, naast prenten van de jonge Jeanne d’Arc, die als kind visioenen kreeg waarin aartsengel Michaël en de heiligen Margaretha van Antiochië en Catharina van Alexandrië haar opdroegen mee te vechten.
Onder de hedendaagse kunstenaars bevinden zich voor kunstliefhebbers bekende namen. Zo is er een film te zien van Pauline Curnier Jardin (die nu ook een solotentoonstelling heeft in het Centraal Museum in Utrecht), er zijn fraaie sculpturen en een schilderij te zien van Femmy Otten (die laatst nog een grote solotentoonstelling had in het Stedelijk Museum Schiedam) en hangt er een schilderij van Natasja Kensmil, die in 2021 de Johannes Vermeerprijs kreeg.
Toch is het met nadruk een tentoonstelling voor een breed publiek. Meteen bij binnenkomst staat er een hoge halfronde tent. De buitenkant is beschilderd met bloemvormige patronen en silhouetten van vrouwenlichamen, bovenop glimt een gouden bal. De binnenkant is versierd met donkere krullen, en er ligt een pop van een vrouwenlichaam op een rond kussen. Met draden zit ze vast aan het binnenste van de tent.
De tent vertegenwoordigt een mensgrote oermoeder, de vrouw op de steen een stervende ik-figuur. Het werk is gemaakt door Emma Talbot, een Engelse kunstenaar die wat ze doet in haar kunst omschrijft als het ‘ontsluiten van poorten naar andere werelden’.
De vrouwenfiguren zijn verbeeldingen van Talbot zelf. Ze tekent zichzelf zonder gezicht, omdat je je eigen gezicht niet ‘ervaart’ zonder spiegel. Bovendien wil ze dat de toeschouwer zich ook in de figuren kan herkennen. Dat ze in 2006 weduwe werd, heeft naar eigen zeggen haar werk sterk beïnvloed: het maken van kunst voelde als een manier om na te denken over wat ze voelde. Of het ‘goede kunst’ was, deed er voor haar minder toe. Sinds een paar jaar reist haar werk de hele wereld over – met de kwaliteit zit het volgens de kunstwereld dus wel goed.
De keus voor alleen vrouwelijke kunstenaars, ook bij de hedendaagse, zou wat geforceerd kunnen overkomen. In het toelichtingsboekje leggen de vier curatoren uit dat ze in lijn met het werk van Birgitta zochten naar kunst waarin ‘ervaring, emotie en persoonlijke betrokkenheid op de voorgrond treden’. En dat mannen zich meestal meer openstelden voor visioenen van ‘apocalyptische aard’ – denk aan de heilige Hiëronymus, die in een visioen het Laatste Oordeel voorzag.
Bezwijming van Maria
Wat vast ook meespeelde is dat er voor vrouwen lang geen ruimte was om ambities of ideeën te hebben. Ook in de kunst speelde dit nog tot ver in de twintigste eeuw een rol. Mannen, zo vond men, hadden inspiratie, vrouwen werden geacht bloemstillevens of portretten te schilderen. Zonder het waarheidsgehalte van de visioenen te betwijfelen, is een visioen dus óók te zien als een bijzondere vorm van inspiratie.De namen en periodes buitelen soms over elkaar, vooral in de grote benedenzaal, toch is er ook genoeg ruimte voor rust. In de kleine ruimtes van de Abdijvleugel met de krakende vloerplanken komen de kunstwerken goed tot hun recht. Een van de ruimtes is gevuld met beelden en schilderijen uit de eigen museumcollectie. Zo is er een ingetogen beeld uit ongeveer 1500 van de Bezwijming van Maria, net na het moment nadat Christus was gestorven.In een visioen had Maria deze gebeurtenis aan Birgitta omschreven. Zo schrijft ze in de Openbaringen: ‘Mijn handen werden stijf, een donkere waas trok voor mijn ogen en het bloed trok weg uit mijn gezicht. Ik kon horen noch spreken.’ Op het houten beeld zien we Maria ineenzakken, alsof al het leven ook even uit haar was verdwenen.
Stippellijntjes
Een bijzondere rol vervult het kunstwerk van Doina Kraal en Roger Cremers. Zij maakten een houten hok dat er van buiten wat eenvoudig uitziet: kale planken met hier en daar donkere cirkels en stippellijntjes naar uit het hout gekerfde ogen rond de knoesten in het hout. Er zit een deur in het hok, en eenmaal binnen is de Perpetual Night oftewel eeuwige nacht betoverend.Dankzij eenvoudige gaatjes in de planken en gekleurde ‘planeten’ waan je je even op een andere planeet. Het ontwerp baseerden Kraal en Cremers op zeventiende-eeuwse kijkdozen. Sterren, nevels en meteorieten werden in de oudheid gezien als mystieke of religieuze fenomenen. Dat zo’n effect hier kunstmatig is nagebouwd met planken en geboorde lichtgaatjes maakt de ervaring alleen maar krachtiger.‘
Aan de rand van de Hemel: Visioenen’ is te zien tot 1 april 2024 in museum Krona in Uden. www.museumkrona.nl