David Favrod: Hikari serie
David Takashi Favrod werd in 1982 geboren in Japan. Toen David een half jaar oud was besloten zijn ouders naar Zwitserland te verhuizen, naar het land van zijn vader waar zijn moeder hem zeer Japans opvoedde.
David Takashi Favrod werd in 1982 geboren in Japan. Toen David een half jaar oud was besloten zijn ouders naar Zwitserland te verhuizen, naar het land van zijn vader waar zijn moeder hem zeer Japans opvoedde.
In zijn eerste boek Omoide poroporo vertelt hij hoe hij steeds struikelt over de paradoxen rondom de vraag ‘Wie ben ik?’. Favrod voelt zich nergens thuis. In Omoide poroporo probeert hij druppel voor druppel zijn geheugen te ontwarren en te voeden middels zijn eigen herinneringen aan Japan gemengd met zijn moeders verhalen en die van zijn grootouders. Het zoeken naar identiteit is als heimwee naar een fictieve plek: zijn Japanse wortels mengt hij met de Zwitserse bodem en zo komt hij tot fantasierijke beelden waarin beide invloeden door elkaar heen gaan lopen.
De beelden op deze expositie komen uit de serie Hikari dat Het Licht betekent. Opnieuw is het een onderzoek naar zijn identiteit: wie je bent wordt niet alleen bepaald door je eigen herinneringen maar ook door de geschiedenis. Gebeurtenissen die hij zelf niet heeft meegemaakt maar die zeker invloed op zijn leven hebben gehad, brengt Favrod opnieuw tot leven.
In de Tweede Wereldoorlog woonden zijn grootouders in Kobe dat tijdens de laatste maanden van de oorlog zwaar werd gebombardeerd. Maar in Kobe sprak niemand meer over het verleden waardoor die periode zich als een zwarte donkere poel in de voorbije tijd plaatst. Zijn grootouders waren de directe getuigen maar met hun overlijden is ook deze herinnering gewist. Eenmaal sprak David met hen over de herinneringen en de pijn, over de dood van het geliefde zusje van zijn opa. Tijdens de oorlog werd de kleine Mishiko ziek. De artsen dachten aan uitdroging en vol liefde gaven haar ouders haar kleine stukjes watermeloen dat veel vocht bevat. Toch moesten ze haar ogen toedrukken: de artsen hadden het verkeerd gezien: ze leed aan een tekort aan zout.
Voor Favrod was het verleden een onbekend land. Om niet weg te zakken in het drijfzand der herinnering construeert Favrod situaties uit die vroegere tijd. De geschiedenis in en met je meedragen is misschien een noodzakelijke voorwaarde om je eigen ik te consolideren.
Duran Lantink: Don't ask me who I am and don't expect me to remain the same (serie)
‘Soms heb ik best wel moeite met mensen’, zegt Duran Lantink. ‘Mensen kunnen zo doorzichtig zijn, ze praten in je straatje, of binnen een werksituatie heerst een sterke hiërarchie, waarbij je bepaalde dingen niet mag zeggen en doen. Maar we zijn vrij, we zijn allemaal mensen en elkaars gelijken. Ik ben niet belangrijker dan een ander. Mijn vader gaf deze kleur aan me door maar hij is kort na mijn geboorte overleden. Wit-als-norm begrijp ik gewoonweg niet, ik wil het negeren, overslaan. Ik groeide op bij mijn blanke Nederlandse moeder en haar familie en als iemand dan vraagt “wat zijn je roots?”, kijk ik hem vreemd aan.’
Don’t ask me who I am and don’t expect me to remain the same is de titel van deze serie (een citaat van Michel Foucault). Foucault constateert dat wij mensen vooral werkmachines zijn geworden en plaatst The creative unexpected self versus The functioned disciplined self. Vervolgens stelt hij een flexibel zelf voor, want volgens hem is het ‘zelf’ is geen vaste entiteit. Een Syriër die naar Nederland komt, blijft niet dezelfde man als in zijn geboorteland. Een puber die het ouderlijk huis verlaat verandert.
Duran Lantink gebruikt mode als een tool om de kijker te engageren, om te dis-identificeren. Om de autonomie van het individu te promoten.
‘Fashion betekent voor mij dat alles mogelijk is, dat je er kunt uitzien zoals je wilt. Dat het je groter maakt. Sterk en krachtig, zoals ik vroeger in een Puck en Hans jurk van mijn moeder naar school ging. En reken maar dat ik niet gepest werd. Ik had een grote mond.’ Dis-identificeren, om die onafhankelijkheid gaat het.
Deze foto’s van Lantink dragen een gedachte over onze realiteit in zich: het gaat niet om het ego dat bijvoorbeeld in al die grote modemerken schuilt. De realiteit van de wereld sluit daar niet bij aan, niets heeft meer één look, om het in modetermen te zeggen. Niemand zou zich moeten laten opsluiten door de verwachtingen van anderen, de mode van Lantink is een statement voor de vrijheid, voor het unieke van ieder mens.
George Korsmit & Ronald Johnson
Binnen de expositie You want it Darker zweeft de schildering van George Korsmit als een uitweg voor het donkere, als een spirituele gekleurde punt die over het geheel zijn zachte adem blaast. Korsmit werkt binnen een eigen systeem waarin het toeval een hoofdrol krijgt. De cirkelvormige schildering op de muur is opgebouwd uit kleurvlakken waarvan vorm en afmeting bepaald zijn door het werpen van een dobbelsteen. Deze scheefgetrokken kleurvlakken geven een ronde vorm die pulseert door het naar binnen en buiten gaan van de vlakken. De kleuren van de vlakken worden blind geselecteerd en Korsmit mengt ze ter plekke met de hand. Het resultaat is van tevoren altijd open, onbepaald. Geritualiseerd toeval, noemt Korsmit het. Maar wat is toeval? De dobbelsteen bepaalt, maar de energie van degene die de dobbelsteen werpt, de kaart trekt, en de energie van het moment bepaalt misschien nog wel meer. Daarnaast zijn de titels van de werken van Korsmit uitgesproken: Everything is One, Welcome Stranger, Homage to the Soul, Sending out the Gods. Verrukkelijke titels voor iedereen die hoopt op een diepere betekenis van het toeval, op een betekenisvolle samenhang van het leven. In 2010 ontmoette George Korsmit sjamanen in Zuid-Korea die in hun rituelen met kleur werken. De selectie uit 5 of 6 kleuren bepaalt het proces van het ritueel waarin contact gemaakt wordt met voorouders en geesten. ‘Ze werken met vrij strakke regels. De toewijding die ze hebben als ze bidden of mediteren kwam voor mij zo dichtbij het werk van een kunstenaar in zijn atelier. Je probeert jezelf in een modus te brengen dat je geconcentreerd kunt doen wat je wilt doen. Voor mij zijn zij gelijkdenkenden.’ Korsmit vroeg advies aan de sjamanen hoe hij het beste een nieuw werk kon maken. Uit de gesprekken kwamen vele adviezen maar niet een heel duidelijk antwoord. Wel maakt hij zijn schilderingen sinds die tijd altijd samen met een ander. Voor de Garage werkte hij samen met de dakloze Amerikaan Ronald Johnson, die hij in een van de opvanghuizen in Amsterdam leerde kennen: een werk als een persoonlijk gesprek en bij vlagen hypnotiserend, als het leven zelf.
Gijs Assmann: Zeeën van liefde
Hoe te overleven bij een nucleaire aanval? Kunstenaar Gijs Assmann sloeg een Amerikaans boek open dat vol praktische adviezen bleek te staan: welke houding kun je het beste aannemen, welke plek in huis biedt optimale beschutting. Zinloos?
Hij gebruikte de instructies voor deze tekening van een plek vol onheil waarin de mens wegduikt terwijl hij weet dat er geen ontsnapping mogelijk is.
Aanvankelijk was de kunstenaar op zoek naar een huis‑, tuin- en keukenbeeld van een vredige wereld en kwam uit bij de sensatie van het wakker worden als het net heeft gesneeuwd, een vredige witte laag vermomt de wereld tot een lelieblank onschuldig paradijs. Zelfs het geluid klinkt gedempt. Het draagt de suggestie in zich dat vooral de afwezigheid van de mens bijdraagt aan het vredige van het kersttafereel. Een witte wereld.
Maar ondanks zijn intentie een mooie utopie te tekenen nam de tekening een eigen wending. Wat gaat die sneeuw bedekken? Wat woelt er onder dat onschuldige laagje? Of is de sneeuw misschien geladen met radioactieve straling?
In plaats van een wereld vol vrede lijkt het apocalyptische einde der tijden aangebroken in de vorm van die nooit aflatende sneeuwbui. Mensen duiken weg, hun lichamen liggen op de grond. Ze houden hun handen beschermend over het hoofd en wachten. Langzaam zullen ze onder de sneeuw verdwijnen.
In een soort Lourdes grot, waar Maria aan de Bernadette zou kunnen verschijnen, brandt een kaars. Er is hoop, al flakkert de vlam hevig. In vrijwel iedere religie staat het licht voor het hogere, het oneindige. Misschien is de sneeuw op te vatten als hulp van boven die naar beneden valt om het leed te verzachten? ‘De gedachte aan het uitstrooien van de heilige geest speelde door mijn hoofd’, zegt de kunstenaar, ‘al heb ik de heilige geest immer een onduidelijk begrip gevonden, ik wilde het een kans geven. En of de heilige geest nu meekomt met de sneeuw of niet, het beeld getuigt vooral van onheil. Zeeën van liefde. Misschien dat als de sneeuw smelt er een poel van liefde ontstaat. Te laat?’
Gijs Assmann (1966), Roosendaal, NL, woont en werkt in Amsterdam.
Natasja Kensmil: Zelfportret met Kruis
‘Mensen reageren vaak op mijn werk dat het gruwelijk is, en wreed, morbide’, zegt Natasja Kensmil, ‘maar als ik om me heen kijk, zie ik niets anders dan dat. Ja, chaos.’
Het leven is moeilijk te bevatten, we wennen aan boosaardigheid en tegelijk vraag je je af hoe dat mogelijk is. Als we in de ochtend de krant openslaan en een foto zien van een meisje dat verdwenen is, happen we daarna toch in ons croissantje en nemen een slok koffie. We gaan door met ons leven.
Natasja Kensmil is niet iemand die wegkijkt maar die er juist diep in duikt. Haar atelier is de plek waar ze deze beelden kan verwerken en verbanden kan leggen om tot nieuwe beelden te komen. Het kwaad waartoe de mens in staat is, het diep duistere dat schuilt in ieder mens; dat is wat ze naar boven haalt in haar schilderijen. Niet dat ze het geweld expliciet afbeeldt maar wel de machtsfiguren die dit mogelijk maken, dictators, historische figuren die gefaald hebben.
‘Het verleden is van belang is voor het heden, het voedt het, het vormt het heden, het is in onderhandeling met elkaar’, zegt ze in een interview. In haar visie op de geschiedenis kunnen macht en geweld niet ontbreken. Een bepaalde realiteit die via foto’s heel direct tot ons komt wordt in een schilderij ontleed en versterkt.
Vanuit de donkerte ontstaan intense schilderijen, zoals dit Zelfportret met Kruis. Ook het kolonialisme is onderdeel van onze geschiedenis. Haar grijns in een zwart weggeschilderd gezicht is onontkoombaar. Wacht maar, kijk maar. Het verleden laat zich niet negeren. Het doek wasemt de slechte adem van de bekeringsdrang van het Christelijk geloof dat vaak hand in hand ging met de zucht naar overheersing van ons totaal vreemde landen. De bloemen zijn ontleend aan de troon van koningin Beatrix. Welk recht hadden we om onze voet te plaatsen in Suriname en de macht te nemen? Ons koloniale verleden is als de krant die we ’s morgens open slaan: we kijken, we weten en doen nog een schepje suiker in de koffie.
Olga Balema: Experience is the Mother of Wisdom
‘Henri is een jaar. Hij ligt met vuile luiers op de grond; hij krijst. Zij moeder loopt met klakkende hallen heen en weer door de betegelde ruimte, op zoek naar haar bh en haar jurk. Ze is bang om te laat te komen voor haar afspraakje van die avond. Ze wordt gek van dat kleine ding vol stront dat daar op de tegels te keer gaat. Ook zij begint te krijsen. Ook zij begint te schreeuwen. Henri’s gekrijs verdubbelt. Dan vertrekt ze.’ (Michel Houellebecq)
Ouderwetse schoolkaarten hingen los in de ruimte of aan de muur tijdens de expositie Motherland van Olga Balema. De ouderwetse kaarten staan vol gegevens die hun waarheid allang hebben verloren. Grenzen zijn verschoven, landen opgeheven en steenkolen worden er al lang niet meer gewonnen. Ieder die een moment achterom kijkt in de tijd beseft dat nationaliteit geen vaststaand gegeven is, toch houden we ons er aan vast als een laatste reddingsboei.
De wereld is in voortdurende beweging. Balema verfde de kaarten weg onder verschillende lagen verf en vervolgens smeerde ze er een viezig latex op en er hangen latex borsten slap naar beneden. Het moederland is uitgeput. De borsten zijn verschrompeld, er zal geen melk meer uit komen. Vaderland is de plek waar iemand is geboren en getogen, het land van herkomst. Vaderland is verbonden met natie en patriottisme. Het woord ‘moederland’ zit vast aan de koloniën, gebieden waar we eigenlijk niets te zoeken hebben en waar zorg naar toe zou moeten gaan. Maar het moederland laat het vaak afweten, het neemt meer dan het geeft. Ja het moederland dat zacht en zorgend is, is een droom. Of er is de moeder die geeft en geeft tot ze volkomen is uitgeput.
‘Experience is the mother of wisdom’,
‘Failure is the mother of succes’,
‘Necessity is the mother of all invention’;
‘Motherfucker’.
Het ziet er somber uit voor de vader- en moederlanden.
“The opposition between inside and outside, between eater and eaten, is not reciprocal, but culminates in a process of ingestion that ultimately transforms our identity. Reproduce and keep making more, more for more, more more more sucking, taking everything we need from another human being, pissing on our patches so no one else can lay there, sucking from our mothers and all they can do is stay there, a nipple giving life and then we send it off to daycare. Debasing women for their reproductive powers conceptualizing the earth as a mother Mother Earth Mother Nature Mother Land Mother Tongue fear worship abuse.’ (Juliette Blightman)
Valentina Gal: Best of Breed
Best of Breed
‘Goed. Ik was dus een dier, maar veel herinner ik mij daar niet van. Het is allemaal erg vaag. Later zijn er allemaal dingen gebeurd, die mij duidelijk hebben gemaakt wat voor soort dier ik was, maar uit die tijd zelf weet ik niet veel meer. In ieder geval was ik erg elegant en zacht, vooral onder mijn buik en aan de binnenkant van mijn voorpoten. Daar groeit niet het sterkste haar, maar wel het liefste. En het meest zindelijke. Mijn vel was dus alles voor me, het was het enige in de wereld waar ik voor zorgde.’ (F. Harmsen van Beek)
Het verlangen om als mens samen te vallen met een dier kan uitgroeien tot prachtige zinnen op papier, zoals in de tekst Vreemde excuses van Harmsen van Beek. Valentina Gal creëerde vanuit eenzelfde intentie een digitaal wezen dat leeft op een scherm, een pluizige gedaante met lange zwierige haren in paars en wit. Langzaam verdwijnen we als kijker in het perspectief van het dier. We likken samen met zijn tong het bakje schoon. We zijn even hond. Liefde voor dieren kan overgaan in een verregaande empathie waarin je één wilt worden met het dier. We zien doorzichtige kettingen, digitaal kwijl dat door een iPhone druppelt en ondertussen luisteren we naar het juryrapport dat opsomt waarom Valentina en haar hond de eerste prijs waard zijn.
Valentina Gal is dol op honden, ze bezocht hondenshows en fotografeerde de mensen die hun dier tot in de puntjes verzorgen en hun haren kammen, eindeloos. Maar ze wilde niet enkel als een buitenstaander toekijken, ze wilde erbij horen, één van hen worden. Met de hond van haar ouders, een Irish soft coated Wheaten terriër, betrad ze het geheime genootschap van de hondenshows. De honden moeten er perfect uitzien, rondjes lopen en in harmonie zijn met hun baasje. Valentina won de eerste prijs: the best of breed. Tijdens dit hele proces merkte ze dat er bepaalde machtsverhouding ontstond tussen mens en hond en dat deze honden bijna niet meer gezien konden worden als hond, maar als een object. Door middel van de excessieve vorm van het groomen en stylen, creëren de hondeneigenaren eigenlijk een levend sculptuur.
“Ik beschouw de mens als een soort hond, een onderdaan die gemanipuleerd wordt door de hypermedia. We worden aan het lijntje gehouden door wat boven ons staat,” zegt ze in een gesprek met Dirk Limburg.
Valentina Gal wil de balans laten zien tussen mens en hond. De mens stuurt de hond aan, althans, dat denken ze. Maar de mens wordt op zijn beurt gemanipuleerd door hyperrealistische invloeden, zoals social media. Hiermee verliezen ze de grens tussen echt en onecht ?
Klaas Kloosterboer
Zonder de toeschouwer loopt een kunstwerk een beetje mank want de getuige maakt het werk pas echt af, hij is medeplichtig. Als kijker van het werk van Klaas Kloosterboer sta je voortdurend op een glad en hellend vlak. Voor je neus hangen vreemde pakken van beschilderd schilderslinnen, lappen gouden stof, schilderijen met bollen en stippen. Teksten vertellen over schilderkunstige referenties, dat de abstractie juist concreet is, een beeld dat niet verwijst naar de werkelijkheid maar er gewoon is, en tegelijkertijd voel je in al je vezels dat hier meer aan de hand is dan schilderkunstige overwegingen.
Kloosterboer werkt in zijn atelier met zelfgeformuleerde wetten ‘De ander weet meer, ziet meer, voelt meer dan ikzelf’ en ‘Het werk doet er niet toe’. ‘Alles kan van alles zijn’.
Deze koan-achtige uitspraken zetten het mes in de veronderstelde rechte lijn die van het werk naar zijn betekenis zou lopen. Een appel betekent zonde, een doorgesneden appel erotiek. Een appel is een appel.
‘Art has to be a means to live a better life’, zegt Kloosterboer ergens in een interview.
‘Een beeld dat er gewoon is en toegang moet bieden tot het leven van een beter leven.
Ja, de kunstwerken zijn er, ze nemen plek in, ze nemen materialen in beslag, ze zijn gemaakt, ze hangen, zitten, liggen en leven, en de kijker kijkt.’
‘Een bezettingsritueel, een aanslag op de leegte’, noemt Kloosterboer het. Dat geeft aan dat hij niet zomaar ruimte in beslag wil nemen, dat het een zinvolle bijdrage moet zijn. Leegte is een groot goed.
Misschien werkt het zo: het proces in het atelier spiegelt het leven. Het werk absorbeert de overwegingen, draagt de regels in zich, zuigt alle aspecten van het maken in zich op. Dan ontstaan er werken die twijfel in zich dragen, werk dat instabiel is, beweeglijk en mogelijk zelfs inconsequent. Door de overeenkomsten met de werkelijkheid kun je je er aan optrekken, een stap maken naar een beter leven. In het leven doen zich dezelfde dilemma’s voor als in het atelier: hoe breng je denken en doen in balans. Is het denken uitstellen van een handeling? Is het denken de twijfel?
Iedere beslissing tijdens het maken drijft het werk een kant op, die een andere richting uitsluit. Het een wel, het andere niet. You can’t have it all.
Voor You Want it Darker maakt Kloosterboer een installatie met zilverkleurige banen karton. Hij vergelijkt lappen stof of karton met woorden, woorden zijn gemeengoed, iedereen gebruikt ze. En wat die woorden communiceren is ondoorgrondelijk, hoe weten we dat we elkaar verstaan? De combinatie van zilveren banen en objecten levert een raadselachtig beeld op. “Het raadselachtige vind ik belangrijk, net als het verbergen. Alles moet tegenwoordig duidelijk en onverbogen zijn, maar identiteit bestaat in mijn ogen voor een deel uit wat we verbergen.” De tegenstrijdigheden van Kloosterboer, een werk maken en dan vervolgens zeggen dat het werk er niet toe doet. And why should one want to be clear? Why should one deny the riddle, and say he knows something?
Tom Lore de Jong: Group Portrait
‘Voor mij is het altijd een fijne gedachte om me te realiseren hoe weinig wij als mensen voorstellen. Met deze gedachte in mijn achterhoofd kan ik de wereld aan, omdat er niets te verliezen valt.’ zegt Tom Lore de Jong.
Mensen zijn er in alle kleuren, lengtes, met en zonder armen en benen, met en zonder haar, zeldzaam of meer gemiddeld. De vaste gegevens voor een mens zijn min of meer hetzelfde: een hoofd, een romp, armen, benen, geslacht, een mens kan spreken, horen, voelen. Maar ieder die dit rijtje leest weet dat het niet klopt. Het is een statistisch gemiddelde van een mens. De een hoort beter dan de ander. De een is langer dan de ander. De huid kan zwart, roze of gelig zijn. Toch kunnen deze gegevens grote impact hebben op een mensenleven en een afwijking van de norm kan intense gevolgen hebben zoals pesten, buiten sluiten, tot aan oorlog toe.
De gemiddelde huidskleur volgens kunstenaar Tom Lorenz de Jong in Group Portrait toont een curieus roze met een donkere gloed. Zijn portret brengt ons mensen samen, als kruimels in een grote zandtaart.
‘Ik heb een fascinatie voor de onoverzichtelijkheid van grote hoeveelheden. Er zijn zoveel mensen op de wereld dat je ze niet kan overzien. Dat betekent dat als je probeert om het je voor te stellen, de ene persoon in zijn verbeelding niet verder komt dan een schromelijke 1 miljoen, en de ander op een overschatte 88 miljard. De meesten van ons kunnen zich geen voorstelling maken van hoeveel 7 miljard mensen zijn. Ook ik ben niet in staat om iemand kennis te laten maken met 7 miljard mensen. Al die verschillende mensen die opgaan in een onmogelijk groot geheel; waarmee ook de variaties zo onbelangrijk worden. Wat ik wel heb gedaan, is ze op een zo klein mogelijke manier uitbeelden wat resulteert in een digitaal samengesteld beeld waarin de kijker oog in oog staat met ieder mens op aarde, waaronder zichzelf.’
Berend Strik: Decipher the Artist’s Mind (Studio BJA)
‘Ik voelde een vervreemding’, zegt Berend Strik in zijn atelier. ‘Als kunstenaar drijf je mee in die eindeloze zee van de kunstwereld, maar hoe zorg je dat je je schip niet langzaam ziet verdwijnen in de golven?’
Strik maakte een lijstje van een aantal kunstenaars met wie hij zich sterk verbonden voelde en ontwikkelde een serie beelden gebaseerd op hun ateliers. Met ieder werk bracht hij een imaginair gesprek op gang.
In 1969 nodigde Bas Jan Ader middels een kaart het publiek uit voor zijn expositie, niets aan de hand. Maar wanneer je op de gegeven tijd en plaats arriveerde, trof je een lege garage aan waar op de muur PLEASE DON’T LEAVE ME stond geschreven. Een tros bouwlampen verlichtte de woorden, verder was de ruimte verlaten. Please, don’t leave me is zo’n zin die in ieder mens wel eens jammert en die je onuitwisbaar, altijd, met je meedraagt.
Berend Strik vroeg de weduwe van Bas Jan Ader om een foto van zijn studio en zij gaf een print van juist deze installatie. Strik poetste de woorden weg tot er een kale witte verveegde ruimte over bleef. Door de tekst weg te halen versterkte hij het gemis en in deze leegte ging hij vervolgens schrijven door er in te borduren. Losse draadje zijn her en der zichtbaar op het doek, maar de lege plek kunnen zij niet vullen. De abstracte versie van het gemis aan de voorkant krijgt een concrete tegenhanger aan de achterkant van het werk in de vorm van een bont spektakel van persoonlijke foto’s.
Ze fixeren momenten die Strik heeft meegemaakt en die zijn levensloop hebben bepaald. Voorbije tijden. Ontmoetingen, liefdes, verlies, onvermijdelijk, en als mens moet je er mee leren omgaan.
‘Voor mij als maker is het kunstwerk als object essentieel, door het handwerk, de aandacht, gedachten die het werk absorbeert, opent het een wereld van sentiment en verlangen. Deze serie bracht me weer dichtbij mijn ziel en zo kan ik mijn plek als kunstenaar weer innemen zonder me te bekommeren om het oneindige heelal.’
Berend Strik (1960), Nijmegen, NL, woont en werkt in Amsterdam.
Thomas Zipp: A.B. Boresight Error
Het werk van Thomas Zipp draait om het idee dat geen enkel mens ‘normaal’ is: ‘Ik geloof dat iedereen op zijn eigen manier een freak is. Dat moeten we leren accepteren.’ Hij schept in zijn exposities vaak een donkere en ongemakkelijke wereld waar je verdwaald lijkt te zijn in een ongure psychiatrische inrichting. Zipp’s overtuiging is dat ieder mens het vreemde en afwijkende zou moeten omhelzen, de controle loslaten. Volgens hem bevindt zich precies daar ook het potentieel van de kunst.
Dit duistere portret is afkomstig uit de tentoonstelling ‘Beyond the Superego’ die plaatsvond in galerie Krinzinger in Wenen (2011). In deze expositie waren twee zalen ingericht als een klinisch laboratoria. Er hingen onder andere foto’s waarop een elektroshockbehandeling werd nagespeeld.
Het motto van de tentoonstelling luidde: ‘If I cannot move the gods of the upper world, I will be able to move the underworld.’ Hij ontleende deze zin aan de klassiek studie The Interpretation of Dreams van Sigmund Freud. En er was nog een citaat van Freud te lezen in deze tentoonstelling, een tekst die was neergekrabbeld in een wiebelig handschrift alsof dokter Freud zwaar onder de medicijnen zat: ‘It is impossible to resist the impression that people commonly apply false standards, seeking power, success and wealth for themselves and admiring them in others, while underrating what is truly valuable in life. Yet in passing such a general judgment one is in danger of forgetting the rich variety of the human world and its mental life. (…)’
Het portret A.B.: Boresight Error (2011) toont een geschilderd gezicht tegen de achtergrond van een zeefdruk. De afkorting A.B. staat voor ‘Abstraktes Bild’, de Duitse woorden voor ‘abstract schilderij’. Onder levende wezens is het menselijk brein als centrum van zintuigen, emoties en intenties ongeëvenaard in zijn complexiteit. The brain as the center of the senses, feelings and motivations is unmatched in its complexity among living beings. Door dit complexe systeem worden schokken gejaagd om het in orde te krijgen, pillen om extreme kanten van denken en gevoel te dempen. Maar is het niet beter om te beseffen dat er geen norm is, dat gekte een kant van normaal zijn is?
(bore-sight = aanpassingen om het zicht optimaal te maken, bijvoorbeeld bij instrumenten als geweren, microscopen)
Aimee Zito Lema: The Subversive Body
’De samenleving waarin u leeft, heeft als doel u te vernietigen. U hebt met haar hetzelfde voor. Het wapen dat zij zal gebruiken heet onverschilligheid. U kunt u niet dezelfde houding permitteren. Dichters, in de aanval!’ (citaat uit ‘Leven, lijden, schrijven — methode’ van Michel Houellebecq)
Aimee Zito Lema (1982) werd geboren in Amsterdam maar groeide op in Argentinië en de politieke achtergrond van het land van haar vader sijpelt door in haar werk. Tot 1983 voerde óf de regering óf de militaire Junta een keihard bewind met corruptie en grote economische problemen tot gevolg. Tegenstanders van het régime verdwenen met de regelmaat van de klok. De geschiedenis kleefde aan haar ouders en liet daarna ook Aimee Zito Lema niet los. De herinneringen, de ooggetuigenverhalen, de stemmen van de dwaze moeders wiens kinderen waren verdwenen klinken door in de stille afbeeldingen van die gruwelijke tijd. Zito Lema gebruikt deze archieffoto’s om zowel het verleden als het proces van het herinneren te onderzoeken. Hoe leef je verder met deze rugzak vol zware bagage, als land, als mens?
Een papierrestaurateur vertelde haar dat papier een geheugen heeft, het onthoudt zijn kreukels en vouwen of een opgerold bestaan. In The subversive body draagt het papier de herinnering aan de afdruk van haar eigen lichaam. Zo brengt de afbeelding en de imprint in het papier het verleden samen met het heden. ‘Het verleden is agressief en gulzig en kan alles binnen een paar seconden oplossen.’
De papieren zijn op een houten plateau geschikt zodat de associatie met een doodskist onvermijdelijk is. ‘Een confronterend beeld, dat niet alleen het verdwijnen van de lichamen maar ook de onmogelijkheid van de exacte herinnering eraan pijnlijk zichtbaar maakt’, schrijft Yasmijn Jarram over The subversive body.
Vanuit haar persoonlijke invalshoek brengt Aimee Zito Lema het verleden weer terug naar het heden, middels de aangetaste beelden wijst zij ons er ook op dat de pijn in de harten van velen nog altijd voelbaar is.
Julie van der Vaart: Beyond Time
De kosmos fluistert op de foto’s van Julie van der Vaart. Haar foto’s waren te zien tijdens de open dagen van de Jan van Eyck studio’s, als een prachtige transparante wolk uitwaaierend over de muur. Van der Vaart bewerkte deze foto’s in de donkere kamer om ze op te laten lossen in de vaste materie.
We zien lichamen die nauwelijks tevoorschijn komen, lichamen zwevend in de ruimte. De kosmos heeft zijn tanden er al in gezet: de materie is aangetast en gespikkeld. De lijven verdwijnen in het oneindige, de een is al verder weg dan de ander, bijna onherkenbaar: een arm, een been of tussen een arm en een been in, met ogen op de tast doe ik een gok.
De serie heet Beyond time, over de nietige mens in de onmetelijke tijd. Over het heelal dat onbegrijpelijk groot is. Als mens is het niet te bevatten, we spreken over lichtminuten en lichtjaren, een lichtminuut is de afstand die het licht in een minuut aflegt. Licht reist 300.000 kilometer per seconde en dat maal 60 dan kom je uit op een lichtminuut: 18 miljoen kilometer. De reis naar de zon is acht lichtminuten. Maar nog intrigerender is dat als een astronoom door zijn kijker naar Pluto kijkt, dan kijkt hij vijf uur in de tijd terug. Want het beeld van Pluto heeft vijf uur nodig om hier naar toe te komen.
Dit intense besef van onmetelijkheid drukt ons op het betrekkelijke van ons speldenprikkenbestaan. In de foto’s van Julie van der Vaart reizen we mee in de tijd, we drijven weg van de aarde het heelal in en daar moeten we het loslaten. Of we vooruitblikken of juist achteruitkijken, dat doet er niet meer toe. Naarmate we meer weten wordt het fenomeen tijd enkel complexer, maar er valt goed te leven in een onbegrijpelijke wereld.
Hristina Tasheva: Untitled (earth)
..bounding, wallowing, rubbing, caress, bristle, digging, smell, rise… bounding, falling, fondle, dwindle, revel, licking, weeping, lip, daubing… recede.
…begrenzen, zwelgen, wrijven, strelen, prikkelen, graven, ruiken, gedijen…begrenzen, vallen, liefkozen, tanen, baden, likken, schreien, even aanraken, bevuilen… afwijken.
Hanne van der Woude: Mira
‘Wat als een voor een de sterren aan de hemel langzaam verdwijnen en er alleen nog maar zwart overblijft.’ – Robin
In het filmessay To stay alive, a method leest Iggy Pop met zijn karakteristieke grafstem teksten voor uit een essay van de Franse schrijver Michel Houellebecq. ‘Iggy Pop presenteert ons een handleiding om als eigenzinnig individu te kunnen overleven in deze onpersoonlijke wereld’ schrijft de VPRO.
Houellebecq neemt het op voor het lijden: ‘Wees niet bang voor het geluk: het bestaat niet’. In de film komen vier individuen aan het woord die het niet hebben gered in onze maatschappij, althans niet in de zin van een baan, een huis, een gezin en een auto voor de deur. Ze balanceren aan de rand van de samenleving, personen in psychische nood. Twee maken gedichten, een schildert en Houellebecq zelf speelt een kunstenaar die knutselt aan een geheimzinnige installatie in zijn kelder. Outcasts. Creatievelingen. De film is een ode aan deze outcasts. Een ode aan de verbeelding als uitweg.
Robin en Mira, broer en zus, zijn ook voorbeelden van mensen die bijna buiten de boot waren gevallen. Maar ook als het leven je aanvankelijk weinig credits biedt en eerder een atletiekbaan vol hindernissen lijkt, dan toch is het mogelijk om je kracht te vinden en er bovenuit te komen.
Beiden belanden als jong volwassene in een langdurig psychiatrisch traject. Ze kennen de psychiatrische afdeling al als hun broekzak want als kind kwamen ze hier al regelmatig met hun ouders mee. Maar toch hebben ze een uitweg gevonden. Mira heeft onlangs de opleiding Creatieve Handvaardigheid afgerond en wil zich nu ontwikkelen als beeldend kunstenaar. In de toekomst hoopt ze mensen te kunnen steunen die worstelen met het soort problemen waarmee zij zo goed bekend is, door haar kunst. Ook Robin probeert anderen te helpen door met ze te praten over zijn ervaringen. Robin wilde niet herkenbaar worden gefotografeerd omdat dit problemen kan opleveren voor zijn carrière. Van der Woude begrijpt zijn keuze, maar vindt het treurig dat we in een wereld leven waar je hier rekening mee moet houden en waarin je je kwetsbare kanten moeilijk kan laten zien. Het lijkt alsof je niet meer ‘zwak’ mag zijn. Een relatief begrip, want hoe kun je eigenlijk sterker zijn dan wanneer je je weet te redden in het leven na zo’n heftig verleden?