Over Hanne Hagenaars
Hanne Hagenaars (1960) is pionier in de wereld van de kunst. Ze was initiatiefnemer van het tijdschrift The dummy speaks, een associatief en visueel tijdschrift voor jongeren over beeldende kunst dat ze ook samen met jongeren maakte. Geen educatieve opzet maar vernieuwend in zijn aansprekende taal en beelden. ‘Mister Motley knoopt kunst en leven aan elkaar’ was het motto van het tijdschrift dat Hagenaars in 2004 bedacht en waarvan ze negen jaar lang hoofdredacteur was. Het magazine mister Motley richtte zich op een breed en divers publiek door te werken vanuit thema’s zoals Empathie, Taal of Idealisme. ’In de heldere stukken door en over kunstenaars druipt de fascinatie er af’, schreef Trouw over het nummer De schaduwstad. In 2006 publiceerde ze haar eigen boek Geen wolk, hoe kunst mijn leven redde. Het motto van Motley verwoordt ook haar persoonlijke missie in de kunst: steeds zoekt ze naar inventieve manieren om de hedendaagse kunst bij een divers publiek te brengen, vanuit het rotsvaste vertrouwen in de kracht van de kunst. Ze schrijft essay’s, maakt tentoonstellingen, werkt als curator van het Studium Generale voor de KABK en gaf jarenlang les aan diverse academies.
In 2023 publiceerde ze het boek ’Missen als een ronde vorm’.
Wilma Sütö over Hanne Hagenaars
Zonder kunst geen leven. Hanne Hagenaars spint glanzende draden tussenbeide, waarlangs de liefde, de lach en het verdriet verglijden; de schoonheid en de duistere kanten van het bestaan. In haar kunstkritieken, boeken, tentoonstellingen en in de kunsttijdschriften die zij heeft opgericht, zoals The dummy speaks en het voor de actuele kunst gezichtsbepalende mister Motley, is het dat samenspel dat telt: woord en beeld, gevoelens en gedachten, kunst en leven zijn één.
Het is een mysterieus maar onomwonden verbond: vrij van enig voorbehoud. Exemplarisch is de titel van het boek Geen wolk, hoe kunst mijn leven redde. Daarin beschrijft Hagenaars hoe zij het spoor naar de beeldende kunst vond, nadat zij stuitte op een doos vol foto’s op straat. Ze heeft dan al een kandidaats psychologie voltooid in vervolg op een soms duistere jeugd; een leven waarin gaten zijn gevallen. Niet dat de kunst die gaten kan dichten, maar heilzaam is ze wel, zoals Louise Bourgeois in de dierbare roze teksttekening zegt: Art is a guaranty of sanity.
Hagenaars is een pionier van de persoonlijke stem in de kunst, zonder dat het over haarzelf hoeft te gaan. Integendeel: de kunst neemt de hoofdrol in en wij als welkome lezers en kijkers kunnen onszelf daarin weerspiegeld zien. Alle mogelijke thema’s die er in de realiteit en in de kunst toe doen zijn onder haar hoofdredactie in mister Motley belicht: van kantoorroutine tot lichamelijk verlangen en van liefdesverdriet tot en met de dood. Dat is prachtig, zeker wanneer dat, zoals hier, precies op de juiste toon gebeurt: troostrijk, maar zonder zalvend, sentimenteel of belerend te worden en niet te donker, maar zeker ook niet te licht.
Kunst vervult bij Hagenaars een onmisbare functie: ze hoeft niet bestreden en niet verdedigd te worden, niet in een theoretisch kader gezet en niet op de ontleedtafel gelegd, née, ze glanst als een zilveren ex voto in seculiere tijden, een glimp van de verbeelding, die het ons mogelijk maakt scherper naar de buitenwereld te kijken en tegelijkertijd de blik naar binnen te richten, waar blijheid en kwellingen leven naast nijd en uitbundige vrolijkheid.