Museumtijdschrift

Langs de weg staat een sim­pele houten weg­wi­jz­er met daarop de woor­den Pater Karel. Ik besluit de aan­wi­jz­ing te vol­gen. Net buiten Mun­stergeleen kom ik zo bij het geboorte­huis van pater Karel. Deze priester werd in 2007 heilig verk­laard door de kerk van­wege zijn goede werken onder de Ieren en zijn huis is nu een bede­vaart­so­ord. De wan­den hangen vol met ex voto’s, brief­jes, bor­du­ursels en tegels met dank Pater Karel, voor de goede uit­slag’. Wijwa­ter in een oud plas­tic Riv­el­la flesje met een nieuw etiket kost 20 cent. Ondanks dat ik ben opge­groeid met de rit­ue­len van de katholieke kerk voel ik me een toerist in deze druk bezochte bede­vaart­plaats en het flesje wijwa­ter gaat mee als een mooi sou­venir. Toch ben ik ook onder de indruk van de inten­siteit van de aan­wezige arte­facten en het geloof van de bezoekers.

Het is me even vreemd of even nabij als de frag­menten van win­tir­itue­len die ik een paar uur eerder zag op de foto’s in het werk van Remy Junger­man, in zijn exposi­tie in het Domein te Sit­tard. Vloeistof­fen wor­den gebruikt om te reini­gen, te offer­en en om achter te lat­en. Flessen met Fer­nan­dez, eau de Cologne Heineken of sterke drank staan op de foto en in de ruimte zelf. Een rijt­je mooi ver­pak­te zeep ligt op de vlo­er. Niet alle han­delin­gen kan ik pre­cies thuis­bren­gen maar ik kan het verbinden met rit­ue­len uit de kerk zoals de doop, de trans­for­matie van rode wijn in het bloed van Chris­tus en het weg­wassen van de zon­den door de biecht.

Om zijn ver­halen te vertellen gebruikt Junger­man een taal die eve­neens zow­el bek­end als onbek­end is, zoals dat hoort bij goede kun­st: tegen­over de altaart­jes van Win­ti is er het grid van houten lat­jes dat past in de Hol­landse Mon­dri­aantra­di­tie. Junger­man kwam tot het strenge lat­ten­werk door de patro­nen van stof­fen na te bouwen. Een zak­doek, een boeren­bon­t­je of een Suri­naamse geruite stof, het patroon wordt gevor­md door het weven van de stof, onver­mi­jdelijk en uni­verseel. Het sluit aan bij zijn voorkeur voor het strenge en con­ceptuele met voor­beelden als Imi Knoebel en Franz Kline en zijn liefde voor het vierkant. Als werk­tu­ig­bouwkundig inge­nieur leerde hij te denken in wiskundi­ge oplossin­gen en het strenge formele laat hem niet meer los. De geometrische vorm probeer ik aan te vullen met een ander soort beeld dat uit een flex­i­bel­er bron komt, zoals winti.’

De ten­toon­stelling van Junger­man werd in Sit­tard, toch geen makke­lijke plek om de heden­daagse kun­st aan de man te bren­gen, goed ont­van­gen. Miss­chien herken­nen ze, net als ik, de rit­ue­len, en daarmee de han­delin­gen van reinig­ing en trans­for­matie en het spreken via sym­bol­en. Ik vraag het Remy, als ik hem een week lat­er spreek.

Junger­man: Ik heb soms het idee dat de katholieke kerk meer toe­laat, qua beelden en eigen inbreng. Win­ti is wel waar ik mijn inspi­ratie uit haal maar In Suri­name viel alles meer samen: na de kerk­gang in de ocht­end nam je s’ mid­dags een rit­ueel zuiv­erend bad. In Win­ti wordt ook gebe­den, zelfs het Onze Vad­er heeft een plek gekre­gen. Toch is het meer een lev­enssti­jl, een manier van omgaan met je omgev­ing. Het kent rit­ue­len, sym­bol­en en codes, zoals droombeelden die wor­den ver­taald Mijn moed­er was heel goed in de uit­leg van dromen.’

Win­ti is een Afro-suri­naamse geloof­ssys­teem dat hoort bij de Mar­rons in Suri­name, de afs­tam­melin­gen van de naar het oer­woud ontvluchte slaven. De Ned­er­lan­ders ver­bo­den het en tot de jaren 70 is win­ti in t geheim bli­jven voorteven. Junger­man komt uit Suri­name, uit Mun­go, een baux­i­et­stad­je van de Amerika­nen, omringd door het tro­pisch regen­woud en thuis was win­ti als vanzelf­sprek­end aan­wezig.
Als ik bijvoor­beeld exa­m­en moest doen kreeg ik een klein bol­let­je van brood, zout en blauwsel mee als een amulet, alles wat niet gecon­cen­treerd was ging in dat bol­let­je zit­ten. Na het exa­m­en gooide je het weg. Je gelooft in die din­gen, het is een manier van leven.’

In Ned­er­land is het vooral de almacht van de mens waar men op inzet. De beteke­nis van het geloof is gekrompen en de ratio strekt haar vingers uit naar alle gebieden. We geloven niets meer. Dat knaagt. De kun­st wordt gevraagd een voortrekkers rol op zich te nemen, om een voor­beeld te geven hoe we weer beteke­nis kun­nen vin­den. Daar­toe neemt de kun­ste­naar steeds meer de rol van jour­nal­ist of onder­zoek­er op zich. Researcher las ik laatst op het vis­itekaart­je van een net afges­tudeerde kunstenaar:

Het onder­zoek van Junger­man ligt als het ware onder de huid, van bin­nen uit gevoed en onon­tkoom­baar. Als kind werd Junger­man al de vra­gen­man’ genoemd omdat hij zichzelf en anderen meer vra­gen stelde dan zijn fam­i­lie of de buren. Het werd als vri­j­postig beschouwd. Ver­huizen van het ene land naar het andere maakt dat je meer smak­en leert ken­nen en vergelijken en daar­door komen de vra­gen vanzelf: steeds een gedachte verder gaan. Win­ti scherpt het onder­zoek aan. Win­ti betekent een pro­ces van rein­heid, op zoek naar de zui­v­ere vorm van jezelf ten opzichte van de ander. Een geestelijk pro­ces waar­bij je onechte invloe­den buiten jezelf probeert te houden. Je streeft een pure vorm na, zoals Mon­dri­aan de zuiv­er­heid vin­dt in de kleur. Op het moment dat je nuchtere Ned­er­lan­ders con­fron­teert met die vra­gen , wordt het snel mys­terieus genoemd, alsof het ver weg van die per­soon staat en er geen raakvlak is. Alsof mijn vra­gen alien’ zijn.

De woor­den exo­tisch en mys­terieus staan al snel op papi­er als het gaat om werk van een kun­ste­naar met een niet west­erse bagage. Het zijn woor­den om de ander op een afs­tand te houden want het onbek­ende is al snel beangsti­gend, zo wordt het ten­min­ste ver­taald. Maar Is een trans­for­matie van wijn in bloed vreemder dan een vooroud­er­ritueel? Junger­man: Woor­den als exo­tisch komen tege­moet aan het beeld van de ander zoals hij je graag ziet. Soms weet ik niet hoe ik aan dat etiket kan ontsnap­pen, hoe ik als kun­ste­naar een ander soort verbind­ing kan mak­en. In Suri­name begri­jpen ze mijn werk nog minder….

De afgelopen jaren is Remy Junger­man weer vak­er naar Suri­name terugge­gaan om onder­zoek te doen naar fam­i­liealtaren en vooroud­erverering. In 2006 kon hij een vooroud­er­ritueel bin­nen zijn eigen fam­i­lie meemak­en. Junger­man vertelt me dat zo’n dag een vrolijke bedoen­ing is, waar­bij alles van te voren is gep­land, het eten het baden en de handelingen.

Heb je Suri­name nodig voor je werk?

Suri­name is een com­plex gegeven van cul­turen en plekken en dat heb ik nodig. De herin­ner­in­gen zijn een voed­ings­bo­dem maar de fysieke plek niet. even­goed ga ik naar India, ook daar heb ik herken­ning van de geur en de kleuren vanu­it Suri­name. Afri­ka geeft me de fas­ci­natie van zoveel donkere mensen op een plek.’

Zijn col­lages lat­en zich lezen als een sit­u­atiebepal­ing. Uit de kaart van Ned­er­land zijn hap­pen geknipt met een con­tour van een plat­gere­den kikker, Zwarte voeten dra­gen de Ned­er­landse wereld, althans een deel ervan, een kaart­je van een helderziende Prof.Bassoh, voor het oplossen van zeer ver­dri­etige … zeer moeil­ijke, meer laat zich niet lezen. Eerder dan een migrant, een land­ver­huiz­er is dit het werk van een wan­der­er’, een vra­gen­steller die de diver­siteit opzoekt en onderzoekt.

Als werk­tu­ig­bouwkunde heb ik een jaar als chef op een afdel­ing gew­erkt, en Ik ver­langde naar de dag dat ik weg kon gaan. Het kun­ste­naarschap heeft me vri­jheid gegeven. Zoals Gau­guin en van Gogh het onbek­ende opzocht­en, zo ben ik naar Ned­er­land gegaan. Om een Rem­brandt in het echt te zien.’

En nieuwe vra­gen te ontmoeten.