Wilde types, over het werk van Birthe Leemeijer
Hanne: Een gewone tulp heeft de de gekleurde kroonbladen gesloten, is niet heel uitbundig en heeft meestal geen geur. Een tulp is eerder braaf dan erotisch. En hoe beroemd of symbolisch de tulp ook is, hij krijgt heel wat negatieve kwalificaties over zich heen: obesitas. recht, groot, lomp.
Op de vraag om een ontwerp te maken voor een tuin van de 21ste eeuw koos je voor de wilde tulp. Maar hoe zie jij de gewone tulp? Koop je wel eens een bosje tulpen voor in een vaas?
Birthe: Ik hou van bloemen die veranderen. De tulp is heel streng in z’n knop maar vervolgens gaat hij open, wijd open, en dan vallen de bloemblaadjes neer. Die bos staat bij mij op tafel tot de laatste snik.
Bij het denken over een tuin van de 21e eeuw was het eerste wat me te binnen schoot het onderhoud. Steeds meer tuinen zijn betegeld en iedere tuinliefhebber weet waarom, het is gewoon veel werk. Toen vroeg ik me af of een tuin ook van zichzelf kan zijn, zonder onderhoud. Ongeveer tegelijkertijd ontdekte ik een boek over de wilde tulp, deze fragiele elegante tulpen komen uit bergachtige gebieden in Kazachstan, Kyrgyzstan en Turkmenistan. Dat is de tulp is z’n oorspronkelijke vorm, elegant, slank op de steel en dicht bij de grond. Als de zon gaat schijnen knallen ze open. De wilde tulp heeft andere karaktereigenschappen, ideale kenmerken om in deze tijd te introduceren.
Aan welke eigenschappen is nu behoefte?
De onbegrensde tuin is in wezen een onmogelijkheid want een tuin is van zichzelf begrensd. Het is een plek waar je je afscheidt van de wereld. De onbegrensde tuin laat je verbondenheid met de wereld voelen. Dat past bij deze tijd. Een wilde tulp kan zichzelf vermeerderen, hij kan gaan en staan waar hij wil terwijl de gekweekte tulp gebonden is aan een plek. In deze tijd van reizen en migratie is de wilde tulp een prachtig en passend symbool. De begrenzing is los gelaten en in Diepenheim zijn ongeveer 70.000 bolletjes op verschillende locaties aangeplant door vrijwilligers. We gooiden de bolletjes het landschap in om te komen tot een ongeorganiseerde verspreiding.
Hoe ging je op zoek naar de wilde tulp?
Als eerste kwam ik in contact met Wim Lemmers, een bollenkweker met een tulpenhart. Hij maakte vele reizen naar de hoger gelegen steppen steppen van Centraal Azië op zoek naar oorspronkelijke soorten. In zijn vakgebied is hij een eminent kenner, een beroemdheid. Wim draagt de geuzennnaam tulpenjager. Het jagen is het zoeken, het ontdekken en je prooi mee naar huis nemen. Soms is er enkel loof te zien en dan heb je de goede ogen en specifieke kennis nodig om te weten dat daar een tulp uit kan groeien. In de onbegrensde tuinen ben je als bezoeker ook een beetje tulpenjager, soms ben je te vroeg op een ingezaaide plek, of te laat, of een tulp is opgekomen temidden van de paardenbloemen, daar kijk je makkelijk overheen. Toen ik Wim ontmoette was hij al in de tachtig en we communiceerden per brief. Tijdens mijn bezoek aan zijn appartement in huize Roos in Lisse spraken we over tulpen terwijl achter ons een gigantisch geel veld van kleine narcissen gloeide. In 2009 ontdekte Wim een nieuwe soort op de Mashad pas in Kazakhstan en deze tulp draagt zijn naam, dat is het recht van de eerste vinder. Door de Tulipa lemmersii vergeten we hem niet.
Wilde tulpen zijn stinzen, een bijzondere soort verwilderende voorjaarsbloemen. Stinzen zijn invasieve soorten. Vreemdelingen. Uitheemse soorten die hier eigenlijk niet horen. Speelde dat ook een rol in je beslissing om wilde tulpen te planten?
Weet je, ik realiseerde me dat we met de tulp de vreemdeling tot nationaal symbool hebben verheven al hebben we hem wel zijn wezenlijke eigenschappen ontnomen.
Die aanpassingen wil ik met dit project ongedaan maken.
Dat onderscheid tussen wij en hen is van alle tijden. In 1611 speelde zich een bloemenstrijd af in de Haarlemse kringen. De tulp had zich in korte tijd geliefd gemaakt en de blanke lelie voelde zich tekort gedaan. Ze klaagde als volgt:’recent is er echter een stel dwazen opgestaan dat niet langer de lelie, maar de tulp, nota bene een reukloze en smakeloze bloem!, de hoogste lof toezwaait en niet schroomt er kapitalen aan uit te geven. De beste plekjes en de mooiste bloembedden in de tuin zijn tegenwoordig voor de tulp, terwijl de lelie is verbannen naar de schutting, waar zij staat te treuren als een afgedankt heiligenbeeld. De lelie kan alleen maar hopen dat men eens tot het inzicht zal komen.’*
In de Islam heeft de tulp weer een andere betekenis. ‘Dit tulpenzacht gelaat, dit cipressenlijf’, dichte Omar khayyam in de 13e eeuw in Perzië en spreekt over dit aards verblijf als het genotsgewelf. Rodaan Al Galidi schreef een sensitief liefdes gedicht met als titel ‘Tulp’.
Ja dat klopt, in de Islamitische kunst wordt de tulp veel afgebeeld. De tulp is ook het symbool voor de eenheid (tevhid) van God.’Want uit een bol komt maar één tulp en niet twee. De roos is het symbool voor de profeet Mohammed (vrede zij met hem) en de tulp dus voor God’, zegt kunstenaar Mehmet Refii Kileci.**
In Schiedam, wilde ik bollen planten op een plek waar een asielzoekerscentrum zou komen. Dat leek me een mooi extra want de wilde tulpen zijn bij veel vluchtelingen van oudsher bekend.
Als je bollen gaat planten dan stop je ook je verlangen en verbeelding in de grond. Terwijl je met je handen in de aarde wroet ontstaat er een beeld, een fantasie over hoe het zal worden. Het asielzoekerscentrum ging niet door, helaas. De tulpen kwamen wat verfomfaaid naar boven, alsof ze onder de grond al doorhadden dat de condities hier wat armzalig waren, met veel industrie en povere grond.
Wat ga je in Haarlem doen?
In de binnentuin van het Frans Halsmuseum ga ik wilde bollen uit de verzameling van Eric Breed planten, als een weeshuis voor deze bloemen. Eric Breed is de neef van Wim Lemmers en zijn grote bollenverzameling bevat niet alleen tulpen, maar ook zeldzame Narcissen, Alliums, Camassia en nog veel meer. Van sommige soorten heeft Eric er zo weinig dat we er maar een hebben geplant. Ik werk daar vanuit een doordacht plan, en net als in een botanische tuin met naambordjes en een lijst van herkomst.
Ook ga ik een zaal inrichten, samen met Berend Strik, maar hoe dat hou ik nog graag geheim.
* Een oorspronkelijke versie van De Claegzang van de witte Lelie en Noodlijke verdedinge van de Tulipa is te vinden in de bibliotheek van Rotterdam.
** https://www.kileci.net/nl.php