Mister Motley #29 Autobiografie
Inleiding
Kunstenaars zijn ons voorbeeld
Iedere ochtend als ik wakker word, lees ik de rood geborduurde letters Be Calm op een witte theedoek van Louise Bourgeois, die boven mijn bed hangt. Het is alsof die doek me steeds geruststellend toefluistert dat het echt wel goed zal gaan als ik de dingen een beetje neem zoals ze zijn. Ze is er niet meer, La Grande dame, de dame die naarmate ze meer rimpels kreeg juist steeds feller werd en zich niets meer liet dicteren. Ze koesterde haar trauma’s en haar kunstwerken gillen en schreeuwen om het leven in het hart van de kunst te plaatsen. Om de angst er uit te jagen, de angst die ook in het lichaam is gekropen, in je lever, je ogen, je handen, en dus tekent ze vellen vol en hakt ze Femme Couteau uit marmer en maakt ze haar spinnen.
’My reminiscences help me live in the present, andI want them to survive. I am a prisoner of my emotions. You have to tell your story, and you have to forget your story. You forget and forgive. It liberates you.’ (Louise Bourgeois)
Sommige kunstenaars zoals Mike Mills and Gudrun Hasle, gebruiken hun werk om hun leven te delen. De schaamte ligt weggeschopt in een hoek en ze gaan doodeerlijk aan de slag met de feiten uit hun leven, die feiten worden gekookt en gebakken opgediend, gemengd met fictie en precies in de juiste kleur. Zo lost hun leven op in een groter geheel. Zo betovert hun leven ons. We proeven van hun soep en verdwijnen even in het leven van een ander.
De feestelijk bizarre foto’s van David Favroid mixen zijn Japanse en Zwitserse komaf tot een onbekende nieuwe wereld. Nishiko zoekt naar de beste manier om in het leven te staan, door bijvoorbeeld samen te werken met anderen, iets waar ze diep in haar hart een hekel aan heeft, terwijl Cindy Moorman die samenwerking juist probeert te doorgronden. Vastleggen en samenwerking als bewijs van je bestaan.
Wie ben je als je alle bewijzen van je bestaan uit gaat wissen, zoals Michael lang deed toen hij al zijn spullen , to aan zijn paspoort toe door de shredder haalde. Wie ben je als je al je sporen wist, zoals beschreven staat in Vanishing Point van kunstenaar Susanne Burner. Verdwijnen zonder iets achter te laten laat zich lezen als het negatief van een autobiografie. Er zijn en er niet meer zijn, de grens is spinnendraaddun.
’My body is my sculpture’, zegt Bourgeois. En als de bijen Jeroen Eisinga steken offert hij zelfs zijn lichaam voor de kunst.
’In my art I am the murderer’, zegt Louise Bourgeois. En daarin ligt dan ook de macht om een (autobiografisch) verhaal te maken.
(Hanne Hagenaars)