Fries Museum in het UMCG: Ellen Mandemaker (curator)
De aardappel
Lef is het wel om een aardappel als het onderwerp van je werk te nemen, want is het niet arrogant om in de voetstappen van Van Gogh of Polke (Kartoffelhaus) te treden? Aan de andere kant is de aardappel zo’n bescheiden wezen dat het onmogelijk is om er hooghartig mee voor de dag te komen. Bovendien is het ook bescheiden om wat op je pad komt gewoon in ontvangst te nemen.
Toen Ellen Mandemaker naar Slappeterp in Friesland verhuisde kwam ze naast aardappelboer Fokke Fokkesma te wonen. Ze had die aardappels nog niet eerder zo goed bekeken, behalve als staafjes in een zakje friet. Nu hoorde ze ook hun exotische namen, Lady Rosetta, Spunta.Pcasso of zelfs Kronos, een van de Titanen uit de Griekse mythologie die zijn eigen kinderen opat. Er bleken honderden verschillende aardappel rassen te bestaan, de boer gaf haar 5 verschillende soorten mee. En zo maakte Mandemaker portretten van deze ronde knolgroenten. Op de foto’s zie je hun onbeholpenheid goed terug, ja wel een vriendelijk gezicht maar geen armen, geen benen en in die saaie kleur van een soort zanderig bruin. Maar haar aardappels ontroeren want ondanks dat ze streeft naar een eerlijke registratie zonder al te veel poespas, maakt ze er toch een ding met een ziel van.
Niets saais. Het gaat haar om de persoonlijkheid van de aardappel, Ze zijn grappig, bozig of verwonderd. De lady Rosetta is een grappig aardappeltje met overal oogjes, in lichtkiem Spunta triomfeert een spruit glorieus over zijn aardappel existentie.
Aardappels reizen de hele wereld over tot Jemen en Egypte aan toe want in bijna ieder land eet men aardappels. Gekookt gebakken of fijngestampt. De Agria is bij uitstek geschikt om frietjes mee te maken, een lekker bloemige aardappel.
Zodra de aardappel met duizenden tegelijk over de lopende band rollen wordt het een consumptie ding, dat willoos doet wat die machine van hem wil. En later ondergaat de aardappel wat de mens met hem doet, schillen, door een frietsnijder duwen, in de olie gooien, in boter bakken.
Maar voor dat allemaal gaat gebeuren wil Mandemaker hem laten zien als een wezen. Licht ontkiemend, spruitend.
Geaardheid en identiteit. Het is een lieve allemansvriend.