Remy Jungerman: Kabra, Descendants Exchange
‘I have a dream that one day on the red hills of Georgia the sons of former slaves and the sons of former slave owners will be able to sit down together at the table of brotherhood.’ — Martin Luther King 1963
Het werk van Remy Jungerman valt te typeren als Tussen Mondriaan en Winti: Winti is een natuurreligie, de traditionele geloofsovertuiging van Afro-Surinamers. De motieven die gebruikt worden door de Marrons vallen soms samen met de patronen van de Stijl. Jungerman onderzoekt de beide geloofssystemen en maakt verbindingen tussen Winti en de Nieuwe Stijl. Om het principe van Winti uit te leggen gebruikt Remy het volgende voorbeeld: tijdens zijn studie in Suriname ontmoette hij de Nederlandse kunstenaar Lam de Wolf tijdens een workshop op Aruba over het thema ‘bescherming’. Als voorbeeld toonde Lam sieraden om haar lichaam als bescherming terwijl Jungerman vanuit de Winti een installatie op de grond maakte. De bescherming komt van de bezieling van objecten buiten jezelf.
In 2013 werd gevierd dat 150 jaar geleden de slavernij in de voormalige Nederlandse koloniën werd afgeschaft. Aanvankelijk was Jungerman niet van plan om daar speciaal aandacht aan te besteden in zijn werk. Toen hij werd uitgenodigd om een tentoonstelling te maken in Kunstvereniging Diepenheim leek hem dat echter een goede context om een alternatief monument voor de slavernij te maken, een monument waar de nazaten van vroegere ‘iconen’ uit het koloniale verleden nader tot elkaar komen.
De stad Diepenheim is omgeven door kastelen waarvan oorsprong terug gaat tot in de late Middeleeuwen. De kasteelheren zou je kunnen zien als representanten hogere klassen en van de kooplieden van vroeger. Twee kastelen zijn in het bezit van de familie Schimmelpennick. Rutger Jan Schimmelpenninck stond van 1761 – 1825 korte tijd aan het hoofd van de Nederlandse staat en hielp in die hoedanigheid mee aan het realiseren van de scheiding tussen kerk en staat en het toekennen van gelijke rechten aan alle religieuze groeperingen. Maar als realpolitiker keerde hij zich tegen het ‘overhaast’ afschaffen van de slavernij en van het gebruik van de pijnbank. Kapitein Broos (1821−1880) was de leider van de weggevluchte slaven (Bakabusi Nengre) in Suriname. Hij staat symbool voor de onafhankelijkheidsstrijd van de Marrons en is tevens Jungerman’s voorouder. Remy Jungerman wilde een installatie maken waarin alle facetten van de slavernij bij elkaar worden gebracht en iets bewerkstellingen waardoor het verleden weer een stap verder achter ons kan worden gelaten.
Voor deze verbroedering biedt Winti bij uitstek mogelijkheden. ‘Winti’ staat als begrip namelijk niet alleen voor een traditionele Afro-Surinaamse religie, het is ook de aanduiding voor alle bovennatuurlijke wezens. Deze ’Winti’ waken – net als de vooroudergeesten – over alle familieleden uit een bepaalde stamboom. Daarnaast wordt de kern van problemen in het heden gezocht in onopgeloste geschillen in het verleden. In Winti termen heet dat ‘Koenoe’, iets dat wordt overgedragen van de voorouders aan hun afstammelingen en zo blijft sudderen zodat we steeds tegenover elkaar blijven staan. Men kan tot spirituele verzoening en balans komen door contact op te nemen met de voorouders middels het verrichten van bepaalde rituele handelingen om zo toestemming te krijgen om knelpunten bespreekbaar te maken. Zo ontstaat een ruimte waarin het verleden zich oplost waarna we kunnen voortgaan met elkaar. Als aan ‘The Table of Brotherhood’ van Martin Luther King.
Centraal in de tentoonstelling ‘KABRA. Descendants Exchange’ van Remy Jungerman staat een symbolisch gedekte tafel. Op een groot wit tafelkleed zijn een soort eilanden gecreëerd van verschillende verzamelingen van attributen. Als aan ‘The Table of Brotherhood’ van Martin Luther King brengt Jungerman de droom van verbondenheid en gezamenlijkheid tot leven.
Op de tafel staan objecten die symbool staan voor verschillende aspecten van het gedeelde koloniale verleden. Het middelpunt van de tafel is het wapen van de familie Schimmelpennick, als een vertegenwoordiger van blanke voorouders. Daartegenover komt op het podium, in een portret van Kapitein Broos.
Naast het wapen van de familie Schimmelpennick staan op de tafel verschillende verzamelingen objecten. We zien o.a. naar suikerriet verwijzende objecten (symbool voor de koloniale economie), lege flessen met daarin foto’s en geschreven berichten (zowel verwijzend naar alcohol als product van suikerriet als naar flessenpost), fruitschalen met echt fruit (zoetigheid, verbinding van het leven), een historisch legeruniform (symbool voor strijd en de koloniale macht) en een uniform van de Diepenheimse schutterij (juist als verbroederende vertegenwoordiging van de verdediging van de stad, uitgegroeid tot een folkloristisch festival waar de hele stad zich bij betrokken voelt). De tafel is als een groot altaar dat niet alleen als symbool leesbaar is maar ook door kleur en geur ervaarbaar is.
Jungerman richt deze tafel als een rituele handeling samen in met de Winti priesteres Nana Efua die de tafel tevens inzegent.
Het inrichten en inzegeningsritueel is te volgen in de documentaire film in de hoekruimte.
De priesteres heeft middels dit ritueel een zuiverend verbond gesloten tussen de voorouders en het heden, tussen de geschiedenis en het nu door een ruimte te creëren voor samenkomst en verbroedering, voor liefde, eensgezindheid en complete verbondenheid. Voorbij conflict, controverse en splitsing een alternatief monument voor een gedeelde toekomst in samenzijn.