Het online-leger van kunstenaar Constant Dullaart
Daar komen schutters! Het fascinerendste werk op Constant Dullaarts solotentoonstelling This Unjust Mirror in het Fries Museum in Leeuwarden zie je gemakkelijk over het hoofd. Het heet #brigading conceit (2019) en bestaat uit een driedelige spiegel waarop, ter decoratie, tientallen simkaarten zijn geplakt. De angel zit in het bijschrift, dat meldt dat als je in deze spiegel een selfie maakt en die vervolgens op Instagram post, vergezeld van de hashtag #brigading_conceit, je binnen twee dagen ‘aandacht’ gaat krijgen van de ‘beschikbare legers van de kunstenaar’.
Zo gezegd, zo gedaan.
Aanvankelijk valt die aandacht nogal tegen, wat ongetwijfeld mede komt doordat de foto nogal saai is. Maar na een dikke dag begint het: een traag aanzwellende stroom likes, meestal in groepjes van negen à tien, die mijn foto worden toebedeeld door accounts als ‘Adebajo Oluwatimilehin’ (0 berichten, 688 volgers) keshavsharma2905 (3 berichten, 409 volgers) en fastandcurious__(5 berichten 476 volgers) – opvallend veel Turks-achtige namen zitten erbij. Dat gaat zo twee dagen door. Aanvankelijk is die likestroom grappig, daarna wordt het irritant: hoe langer het duurt, hoe meer je er van doordrongen raakt dat deze likes niks betekenen, en twijfel je steeds meer aan de waarde van de likes onder je normale foto’s – wat betekenen die eigenlijk? Als de stroom uiteindelijk stopt bij 743 ben ik blij dat ik er vanaf ben. Alsof Dullaart me er vanuit een parallel universum op heeft gewezen dat die like-liefde van mij in de echte wereld helemaal niets voorstelt.
Precies dat idee van ‘berichten uit een parallel universum’ is de kracht van Dullaarts werk. Zijn oeuvre draait volledig om internet en sociale media en de wetten en de krachten in die wereld – van nepprofielen en het binnenhalen van likes, tot propaganda en de mate waarin de virtuele wereld ingrijpt in die van alledag. Voor dat laatste gebruikt Dullaart graag de metafoor van het leger: anders dan in de echte wereld is het virtueel heel eenvoudig om grote aantallen ‘soldaten’ te genereren die je op allerlei manieren kunt inzetten, bijvoorbeeld door mensen met likes te bombarderen. Die legermetafoor is ook een hoofdlijn in de tentoonstelling: zo hangen er trotse militaire vaandels van nepprofielen als ‘clairlovelife962’ en ‘neuken_¬-ben__geil’, maar ook ‘schilderijen’ die Dullaart maakt met de vele duizenden simkaarten die hij nodig heeft om al die nepprofielen aan te maken. Die werken, het moet gezegd, zijn opvallend decoratief en braaf, alsof Dullaart ze vooral ziet als een handige manier om van die overtollige kaarten af te komen.
Ook het thema schijn en werkelijkheid komt vaak terug in Dullaarts werk. Dit keer verbeeldt hij dat door een verwijzing naar The Picture of Dorian Gray, Oscar Wilde’s klassieker over een man die op zolder een geschilderd zelfportret heeft, dat functioneert als de spiegel van zijn ziel. Naarmate de jaren vorderen wordt de geschilderde Dorian steeds afzichtelijker, terwijl de echte jong en aantrekkelijk blijft. Dullaart reageert daarop onder andere met een computer die dichtregels genereert, gebaseerd op Wilde’s boek en die vervolgens weer door nepaccounts op sociale media worden gepubliceerd. Het is een interessant idee (wat is echt, kan schijn ooit werkelijkheid worden, of kunst?) maar de uitwerking is opnieuw wat saai – het gedicht is niet heel goed, en het feit dat je de dichtregels op sociale media terugziet is meer een technisch handigheidje dan dat het opwindende nieuwe inzichten oplevert. Dat gevoel kreeg ik vaker bij het zien van ‘This Unjust Mirror’: Dullaart heeft een fantastisch thema te pakken, maar hij blijft net te vaak hangen in de constatering dat het in die andere wereld, nou ja, ánders is. Pas als hij ingrijpt, zoals bij #brigading conceit, en de twee werelden echt laat botsen, ontstaat er vuur.