Merel Bem: Met haar aandacht voor iets onaanzienlijks als een aardappel kan de fotograaf harten doen breken. ****
Goedbeschouwd is de transformatie van Jacky een angstaanjagende aangelegenheid. In vier foto’s verandert zij van een gemoedelijk ogende aardappel, een bol lijf met daarop een spits toelopend hoofdje met twee ogen, in een soort uitgedroogde alien die, gezeten aan een poppenhuistafeltje, op het punt staat een uit haar eigen verschrompelde lichaam ontsproten uitloper te verorberen. Move over, Medea, hier is Jacky, de pieperslager. Ondanks dit stuitende kannibalisme sta ik in de hal van het Universitair Medisch Centrum in Groningen (UMCG) verrukt naar de fotoserie te kijken. Hoe kan dat?
Het is de magie van Ellen Mandemaker. Die werkt ongeveer zo. Vertel iemand die onbekend is met haar werk dat Mandemaker bijvoorbeeld foto’s neemt van zelfgemaakte poppetjes en speelgoedaapjes in poppenhuis-settings, met veel aandacht voor kleuren en vormen, en diegene zou kunnen denken: ’Nou, wat een getut.’ Dat is dan buiten die magie gerekend.
Eenmaal oog in oog met de poppetjes en de aapjes valt meteen op hoe goed en mooi die scènes zijn. Hoe natuurlijk ze ogen en hoe Mandemaker er ook speelse maatschappijkritiek en een subtiele duisternis in kan leggen. De aapjes zijn doorgaans lekker anarchistisch, maar kunnen ook vies en agressief zijn; in het poppenhuis, Monkey Playhouse, speelden zich door de jaren heen duistere dingen af. Je kunt als kijker het ene moment worden vertederd door een houten meisje dat met haar speelgoedaap naar bed gaat en het volgende moment — ho, wacht even: wát doet die aap daar precies? En dan toch nog twijfelen, omdat het er allemaal zo onschuldig uitziet.
Dat Mandemaker dit ook met aardappelen voor elkaar zou krijgen, is onverwacht maar, nu die foto’s er eenmaal zijn, volstrekt vanzelfsprekend. In het UMCG, waar ze op uitnodiging van het Fries Museum in Leeuwarden exposeert, heeft ze maar drie vitrines nodig om het te bewijzen.
Daar zijn de bekende ingrediënten: een hoog schattigheidsgehalte, een perfecte enscenering, maar ook weer dat anarchisme. Want kijk, uit de illustere Lady Rosetta ontspruiten lichtkiemen, brutale harige uitlopers met grillige blaadjes die, nu Mandemaker haar zoomlens erop heeft gericht, doen denken aan de koddige leden van de denkbeeldige punkband The Screaming Vegetables. Wat duisternis betreft: zie het eerdere relaas van Jacky, de aardappeleter. Maar kijk ook naar Lady Claire in de keuken, een truffelachtige drol van een aardappel die eenzaam op een rood krukje zit. Ze is al maanden niet geknuffeld.
Mandemaker werkt al vanaf 2016 aan De aardappel. Het is een project dat ontstond vanuit een persoonlijke interesse. Sinds een paar jaar woont de fotograaf op het Friese platteland, naast een aardappelteler.
’De aardappel raakt mij, omdat hij oer en alledaags is, persoonlijkheid heeft, maar willoos is; hij overal komt, maar zelden goed bekeken wordt’, schrijft Mandemaker op haar website. Moet je net haar hebben, de fotograaf die alledaagse, slecht bekeken dingen graag in het licht zet en die altijd overal gezichtjes in ziet. Ze fotografeerde de ’geboorte’ van Lady Rosetta, die haar kopje (twee putjes als ogen, een lichtkiem als dopneus) boven de aarde uitsteekt. Ze reisde met een aardappel die Picasso heet, een kubistisch geval met een asymmetrisch gezicht, naar het Picassomuseum in Parijs (niet te zien in Groningen, wel op Mandemakers website).
Wat begon als een persoonlijk onderzoek groeide uit tot meer. De aardappel is niet alleen een voortzetting van Mandemakers bestaande kunstenaarspraktijk. Haar project is ook documentairder dan ooit; ze onderzocht de aardappelteelt in Kenia en dook in het depot van het Fries Landbouwmuseum om preparaten van aardappelziektes vast te leggen.
Er valt nog zo veel te leren over alledaagse dingen. Alleen degene die dat beseft, is in staat een doodnormale aardappel zo te fotograferen dat hij je hart breekt.
EEN FOTOGENIEKE VERZAMELING AARDAPPELEN MET DOORWAS
De kneusjes, de verschoppelingen, zijn nog fotogenieker dan de gewone aardappelen.
De ene lijkt op een zittende kat met een staartje, de andere op een konijn. In haar onderzoek naar het wezen van de aardappel stuitte Ellen Mandemaker ook op de kneusjes, de verschoppelingen, de misfits, die natuurlijk nog fotogenieker zijn dan de gewone. Zo legde ze een verzamelingetje aan van aardappelen die last hebben van ’doorwas’: een tweede, kleinere knol die zich uit de eerste ontwikkelt en die als voedselbron gebruikt. Doorwas ontstaat wanneer de bodemtemperatuur te hoog oploopt en het daarna langere tijd begint te regenen (zoals nu). Niet leuk voor de aardappelteler, wel voor de fotograaf.
DE AARDAPPEL
Fotografie
★★★★☆